Europese en Noord-Amerikaanse bedrijven verspillen 1,2 miljard euro aan mobiele verbindingen

Internationale zakenreizigers uit Europa en Noord-Amerika betalen per jaar 1,2 miljard euro teveel betalen voor connectiviteit. In 2014 hebben zij 78 miljoen internationale zakenreizen gemaakt, volgens onderzoekers van IPK International. De directe en indirecte kosten om deze zakenreizigers online te houden, via roaming en lokaal betaalde Wi-Fi, bedragen in totaal ruim € 2 miljard per jaar. Als die reizigers overal toegang zouden hebben tot een wereldwijd aanwezig Wi-Fi-netwerk, is daarop minstens € 1,2 miljard te besparen.

Dit blijkt uit het ‘Business Traveler Connectivity Cost Index’ onderzoek van iPass, leverancier van een commercieel Wi-Fi-netwerk. De genoemde besparing is voor 388 miljoen euro afkomstig van zakenreizen binnen Europa, voor 342 miljoen euro van Europeanen die buiten Europa reizen en voor 474 miljoen euro van internationaal reizende Noord-Amerikanen. Hoewel gratis Wi-Fi op veel plaatsen wordt aangeboden, is de naam misleidend. Door lage snelheden kunnen zakenreizigers op die netwerken namelijk onvoldoende werken. Verder ergeren zij zich aan de vaak langdurige registratieprocessen en gelimiteerde gebruiksperiode.

Kosten zijn afhankelijk van verbinding

De connectiviteitskosten van zakenreizigers zijn afhankelijk van de methode die zij daarvoor gebruiken. Internationale roaming zou internationaal reizende Noord-Amerikanen zo’n 748 tot 1.607 euro per maand kosten. Voor Europeanen die binnen Europa reizen, ligt dat tussen de 77 en 384 euro. Als zij buiten Europa reizen loopt dat op tot 1.316 tot 1.923 euro, door zowel hoge roamingkosten als de snelgroeiende hoeveelheid data die zakenreizigers gebruiken, zo’n 4,5 GB per maand. Om die hoge kosten te vermijden probeert men zoveel mogelijk Wi-Fi te gebruiken.

Zakenreizigers blijken per maand zo’n 792 euro aan productiviteit verliezen door connectiviteitsproblemen. Dat wordt deels vermeden door gebruik te maken van lokale betaalde Wi-Fi-services, die sneller, betrouwbaarder en veiliger zijn. Noord-Amerikaanse internationale zakenreizigers betalen daarvoor gemiddeld zo’n 117 euro per maand, terwijl Europeanen 116 euro per maand afrekenen. In dat bedrag zijn alleen de betaalde services op drukbezochte locaties meegeteld, zoals luchthavens, in-flight en hotels. Het echte getal ligt in de praktijk dus hoger. Reizigers kunnen ook kiezen voor iPass, waarmee ongelimiteerde toegang wordt verkregen tot 20 miljoen Wi-Fi-hotspots vanaf 23 euro per maand.

Beleid voor mobiele connectiviteit

“Het ontbreken van duidelijk beleid voor mobiele connectiviteit, kan tot onnodig hoge kosten leiden”, zegt Gary Griffiths, president en CEO van iPass. “Zakenreizigers gebruiken onderweg steeds meer data, omdat zij zowel met meer cloudgebaseerde mobiele applicaties werken, als de bedrijfsomgeving op hun smartphones, tablets en laptops willen repliceren. Hoewel er miljoenen gratis en on-demand te betalen Wi-Fi-hotspots zijn, zitten daar in de praktijk een aantal nadelen aan. Zoals de verplicht in te voeren persoonlijke gegevens en credit card informatie en het risico dat gevoelige bedrijfsinformatie via onveilige netwerken wordt verzonden. Die nadelen zijn op te lossen via de ongelimiteerde toegang tot het wereldwijde iPass netwerk van hotspots.”

“Hoewel het interessant lijkt om medewerkers te adviseren via gratis Wi-Fi te werken, leidt dat in de praktijk alsnog tot hoge kosten”, zegt Peter White, principal analist en oprichter van Rethink Technology Research. “Dan kan men tijdens het vliegen lange periodes namelijk niet werken en wordt er onnodige tijd verloren aan het zoeken naar een geschikte gratis verbinding. Zo’n 50% van alle hotels die gratis Wi-Fi aanbieden, berekenen extra kosten voor de snelle verbindingen die zakenreizigers eigenlijk nodig hebben om goed te kunnen werken. Medewerkers die op deze manier onderweg moeten werken zijn minder productief en voelen zich wellicht ook minder gewaardeerd.”