Netapp - Virtuele machines en containers: de samensmelting van twee werelden

Als het gaat om het verplaatsen van workloads naar de cloud, vertrouwt 28 procent van de bedrijven op virtualisatietechnologieën of migratietools, zo blijkt uit IDC's Cloud Study 2020. Cloud-native containers (23 procent) en aanvullende orkestratietools (22 procent) volgen daar achteraan, om de overstap naar de cloud te kunnen maken.

Uit deze inventarisatie lezen de IDC-analisten dat de adoptie van containers snel blijft gaan. Zes procent van de ondervraagde bedrijven ontwikkelt dan ook specifiek container-compatibele applicaties. 13 procent van de deelnemers aan het onderzoek gebruikt containers bij softwareontwikkeling (DevOps) om geautomatiseerde en gemonitorde apps te leveren (CI/CD). Nog eens een derde gebruikt de technologie als aanvulling in reeds gevirtualiseerde infrastructuur op bestaande hypervisors. Waar de hypervisor dan zijn functie voor virtuele machines (VM) niet meer vervult, verwacht IDC de overstap naar een container-native omgeving.

De oprukkende containerisatie concurreert echter niet met virtualisatie. Bij NetApp zien we namelijk de trend dat de twee werelden tot op zekere hoogte samensmelten: Aan de ene kant proberen bedrijven containers te integreren in de virtualisatie van servers. Aan de andere kant kan Kubernetes, de standaardtool voor het orkestreren van containeromgevingen, ook worden gebruikt om VM's aan te sturen.

Waarmee scoren de technologieën in ieder geval?

Zo blijft bijvoorbeeld het VM-principe werken, waarbij software wordt geabstraheerd van de hardware, een eigen besturingssysteem heeft en zijn eigen applicatie van resources voorziet. Virtualisatie maakt ons minder afhankelijk van hardware. Het geeft ons de flexibiliteit om hardware efficiënter te gebruiken. Zonder te weten of een workload meer CPU of RAM vereist, is het moeilijk om de juiste hardwarecapaciteit in te zetten. VM's bieden de flexibiliteit om verschillende Kubernetes-clusters op dezelfde hardware te draaien en de resources die ze nodig hebben op een hardware-onafhankelijke manier toe te wijzen.

Het is ook waar dat nieuwe applicatiearchitecturen geen volledige machine vereisen, maar meerdere containers. In softwaretermen vormen deze een runtime-omgeving voor een app. Dit is ideaal voor softwareontwikkelaars omdat ze hun applicatie zo kunnen opdelen in microservices en deze kunnen gebruiken om de broncode voor een applicatie incrementeel en sneller te compileren. In verdere vergelijking met servervirtualisatie bevrijden containers ons van afhankelijkheden zoals het besturingssysteem, frameworks, Java-versies en anderen.

Beide technologieën lossen verschillende problemen op, en daarom vullen ze elkaar aan, worden ze samen gebruikt of na elkaar. Een veel voorkomende combinatie is om meerdere VM op een bare-metal server te draaien terwijl een container in een van hen draait. Een andere veel voorkomende praktijk is het bouwen van een testomgeving op basis van containers. Wanneer de app live gaat, wordt deze uitgerold via een VM omdat deze beter geïsoleerd en veiliger is.

Containermandaat voor IT-teams en het cloudargument

Containers zijn de standaard geworden onder cloud-native DevOps-teams. Ze komen echter maar langzaam op gang in de traditionele enterprise IT. IT-afdelingen moeten zich nu voorbereiden om de overstap naar containeromgevingen in de komende jaren te maken. Daar zijn twee redenen voor: De ene is dat verwacht wordt dat containers op de lange termijn het merendeel van de applicaties zullen beslaan. De technologie brengt veel voordelen met zich mee, maar betekent ook complexiteit. Bedrijven staan daarom voor een steile leercurve die tijd kost. Servervirtualisatie heeft bijvoorbeeld zo'n acht tot tien jaar geduurd.

Hybride en multiclouds komen als tweede argument om de hoek kijken, waarbij containers de weg vrijmaken. Met Kubernetes als orkestratieoplossing vormen containers een gemeenschappelijk platform dat zowel on-premises als in de publieke clouds van de grote hyperscalers beschikbaar is. Bedrijven kunnen op dit platform bouwen om applicaties te verplaatsen naar waar ze nodig zijn, ongeacht hun infrastructuur. Er is geen dure conversie van applicaties nodig.

Spannende vragen voor de toekomst

VM sterft niet uit, maar containerisatie gaat in hoog tempo door, als de voorspelling van IDC uitkomt. Deze voorspelt dat in 2023 de helft van alle bedrijfsapplicaties wereldwijd zal worden ingezet in op containers gebaseerde hybride of multiclouds om de flexibiliteit en het beheer van applicaties te verbeteren. Daarnaast wordt duidelijk dat met name stateful applicaties, die gegevens moeten verzamelen, genereren, verwerken of benaderen, meer in de containerwereld terechtkomen. Deze technologie zal samensmelten met virtualisatie. De spannende vraag is of containers zich eerder in de VM-ruimte zullen begeven of dat servervirtualisatie zich meer naar containerplatforms zal verplaatsen. Daarnaast kunnen we een toename verwachten in de vraag naar flexibele besturingsopties voor containeromgevingen. Deze vragen om flexibele schaalbaarheid en wendbaarheid over infrastructuurgrenzen heen, aangezien data-intensieve applicaties van cloud naar cloud moeten kunnen bewegen en schalen.