‘We gaan veel leren van het Polderwarmte-project’ - Interxion voorziet bedrijventerreinen van restwarmte

Interxion Logo-280210-2022

Interxion, onderdeel van Digital Realty, is het eerste datacenterbedrijf in Nederland dat op grote schaal restwarmte gaat leveren aan bedrijventerreinen in de Randstad. Hiervoor ondertekende Interxion in oktober 2021 een overeenkomst met Polderwarmte. Dit warmtebedrijf gaat de restwarmte van het AMS5-datacenter van Interxion opslaan in een warmtenet dat is bedoeld voor de bedrijventerreinen RichPort en Starpark in Schiphol-Rijk. Naar verwachting worden de eerste bedrijven binnen twee jaar aangesloten op het warmtenet.

Veel voordelen

De samenwerking tussen Interxion en Polderwarmte biedt aan alle betrokken partijen voordelen. Zo is de warmte die Interxion levert aan het warmtenet in de basis voortgekomen uit een datacenter dat met honderd procent groene stroom wordt gevoed. Daardoor maken de klanten van Polderwarmte de overstap van fossiele energie naar groene energie, en besparen ze samen tot maximaal 4200 ton CO2 per jaar. Ook gaat voor de klanten van Polderwarmte de gasrekening flink omlaag. De samenwerkende partijen verwachten dat de gasafname uiteindelijk met 2,5 miljoen m3 per jaar daalt. “Door de stijgende gasprijzen wordt de businesscase voor warmtenetten alleen maar beter”, aldus Jelle Brouwer, Energy Efficiency Officer bij Interxion. Interxion bespaart volgens Zirkzee op de stroomkosten. “De retourtemperatuur van ons koelwater ligt normaal gesproken tussen de 25 en 30 C°. De temperatuur van het water dat wij weer terugkrijgen van Polderwarmte voor de koeling in het datacenter kan teruglopen tot 17 C°. Dat betekent dat we slechts marginaal hoeven bij te koelen, en zo besparen op onze stroomkosten.”

Veel uitdagingen

Hergebruik van restwarmte is een onderwerp waar in de datacenterwereld al jaren over wordt gesproken. “En er zijn ook al veel ambitieuze projecten aangekondigd”, constateert Zirkzee. “De uitvoering blijkt in de praktijk dan toch even wat ingewikkelder dan men zich vooraf had voorgesteld.” Volgens Zirkzee spelen er bij dergelijke projecten zowel technische als organisatorische uitdagingen. Zo is niet ieder type koeling geschikt voor warmte-uitwisseling. “Zie bij luchtkoeling de warmte maar eens in een leidingnet te krijgen voor afgifte bij de buurman. Dat vereist complexe technieken. Wij hebben het geluk dat we altijd al hebben gekozen voor waterkoeling. Met koelwater als medium is warmte eenvoudiger te transporteren.” Ook vergunningstrajecten kunnen complex zijn. Zirkzee: “Neem de warmtepomp waarmee Polderwarmte de restwarmte hoogwaardiger maakt. Die moet om praktische redenen in een compact gebouw op ons terrein komen te staan. Maar als je de bouwvergunning voor die huisvesting niet voor elkaar krijgt, dan kan het warmteproject daar al op sneuvelen. Zo simpel kan falen zijn.”

Niet vrijblijvend

Toch zullen meer datacenters met de uitwisseling van restwarmte aande slag moeten, ondanks alle uitdagingen. Bij de bouw van een nieuw datacenter is het in de meeste gevallen zelfs een eis dat de faciliteit restwarmte kan leveren. “Dat moet je meenemen in het ontwerp”, aldus Zirkzee. “Je moet laten zien waar via een warmtewisselaar de uitkoppeling kan gaan plaatsvinden.” Zoeken naar manieren om warmte te hergebruiken, is ook een van de vijf pijlers van het Climate Neutral Data Centre Pact. De huidige ondertekenaars van het Pact representeren negentig procent van de datacenter- en cloudindustrie in Europa. Samen zetten ze de lijnen uit richting het uiteindelijke doel: een klimaatneutrale Europese cloud- en datacenterindustrie in 2030. Het op grote schaal hergebruiken van restwarmte uit datacenters wordt eindelijk realiteit. Meerdere datacenterbedrijven hebben recent plannen aangekondigd voor het gebruik van restwarmte. “Toch komt er heel veel kijken bij de uitvoering ervan”, weet Koenraad Zirkzee, Director Operations bij Interxion. Wat maakt warmte-uitwisseling tot een succes?

 

3 uitgangspunten

“Wij hebben nu goed in beeld hoe het ontwerp voor het uitwisselen van restwarmte eruit moet zien”, stelt Zirkzee. Om een warmteproject te laten slagen, is het volgens Zirkzee en Brouwer belangrijk om in ieder geval de volgende uitgangspunten te hanteren:

1. Focus op je eigen expertise

“Alles wat er onder ons eigen dak moet gebeuren, doen we altijd zelf”, benadrukt Zirkzee. En dat is voor de aansluiting op een warmtenet nog aardig wat. Brouwer schetst de benodigde componenten op hoofdlijnen: “In het geval van AMS5 geven vier wisselaars de warmte zo snel mogelijk af aan een tussenring die het warme water verplaatst van ons dak naar de warmtepomp van Polderwarmte.” “Die wisselaars plaatsen we zo dicht mogelijk bij onze eigen apparatuur, zodat we ons watercircuit zo kort mogelijk houden en de waterdruk onder controle blijft”, vervolgt Brouwer. Daarnaast plaatst Interxion onder meer extra temperatuurmeters, flowmeters, sensoren die inzicht bieden in de levering, een klep die dicht wordt gezet als er vanuit het warmtebedrijf geen vraag is en een flens aan de buitenkant van het datacenter waar het warmtebedrijf inkoppelt. “Alles wat er buiten het datacenter gebeurt, is een ingewikkeld domein dat niet binnen ons expertisegebied valt”, stelt Zirkzee. Waaar dat nodig is, schakelt Interxion daar de expertise van adviseurs in. Dat gebeurt bijvoorbeeld voor vergunningstrajecten. “Zo werd de instemming voor de huisvesting van de warmtepomp bij ons AMS5 datacenter afgegeven nadat Polderwarmte de omgevingsdienst duidelijk had gemaakt welk doel ermee is gediend.”

2. Werk aan een businesscase

Zoals voor de meeste projecten moet er ook voor een warmteproject een businesscase zijn, zo waarschuwt Zirkzee. “Het gaat niet lukken zonder een partij zoals Polderwarmte die zegt: ‘Ik heb buren die concreet geïnteresseerd zijn in de restwarmte, en ik ga jullie bij elkaar brengen.” Het is volgens Zirkzee ook belangrijk dat die afnemers zich letterlijk om de hoek bevinden. “Een warmtenetwerk met te lange afstanden is lastig te realiseren en beheren. Kijk dichter bij ‘huis’ dan je in eerste instantie geneigd bent.”

3. Ga niet meteen hyperscalen

En focus juist eerst op de iets kleinere datacenters die zich dichter bij de afnemers bevinden”, adviseert Brouwer. “Kies niet meteen voor het grootste of nieuwste datacenter.” “Zo is AMS5 één van onze kleinere datacenters, waardoor het warmteproject dat we samen met Polderwarmte doen voor ons is te behappen”, illustreert Zirkzee. “Van dat project gaan wij heel veel leren, en die kennis kunnen we weer toepassen op de datacenters die misschien iets minder gunstig liggen, of een complexer koelsysteem hebben.

Meer over
Lees ook
All IT Rooms bouwt nieuw datacenter voor parkstad it

All IT Rooms bouwt nieuw datacenter voor parkstad it

In het zuidoosten van Limburg hebben diverse gemeenten en andere lokale overheden hun gemeenschappelijke ICT dienstverlening ondergebracht bij Parkstad IT. All IT Rooms leverde het datacenter in Heerlen van waaruit Parkstad IT zijn diensten aanbiedt.

Eurofiber vormt business unit Cloud Infrastructure

Eurofiber vormt business unit Cloud Infrastructure

Eurofiber heeft business unit Cloud Infrastructure gevormd, waarin dochterbedrijven Dataplace en DCspine zijn ondergebracht.

Panduit introduceert SmartZone Cloud DCIM-software

Panduit introduceert SmartZone Cloud DCIM-software

Panduit introduceert de SmartZone™ Cloud DCIM-software. Dat is een webapplicatie gebaseerd op het Microsoft Azure cloud-platform voor het monitoren van alle datacenterassets, waaronder patchkasten, stroomvoorzieningen en netwerkaansluitingen