Internet of Things vereist nieuwe aanpak capaciteitsplanning
Langzaam maar zeker begint het Internet of Things te veranderen van een veelbelovend maar vooral ook abstract concept in een aanpak die daadwerkelijk in de praktijk wordt gebracht. Daarmee staan datacenter managers voor een nieuwe uitdaging. Want iedereen voelt natuurlijk wel aan dat IoT stevige gevolgen heeft voor met name de power-infrastructuur van het datacenter, maar hoe krijgen we hier grip op?
Als er één thema is dat de laatste tijd tot de verbeelding spreekt dan is het wel het Internet of Things. Hoewel we nog steeds worstelen met het vinden van een goede definitie van dit concept, voelt iedereen wel aan dat we het hebben over een zeer ingrijpende ontwikkeling. Als zeer grote aantallen apparaten, smartphones, sensoren, meters en dergelijke aan internet gekoppeld gaan worden, levert dat niet alleen zeer veel nieuwe verbindingen op, maar ook ongekende hoeveelheden data. Daarom zien veel marktanalisten een directe relatie tussen Internet of Things en die andere grote trend: Big Data. Vaak zal per individueel apparaat sprake zijn van bescheiden hoeveelheden data die verzonden worden, maar door het enorme aantal aansluitingen ontstaat toch een enorme hoeveelheid gegevens. En al die data moet naar een of meer centrale plaatsen worden gebracht, zodat deze geanalyseerd kunnen worden en we hier geld mee kunnen verdienen.
Uitdaging
Voor datacenter managers levert dit een interessante uitdaging op. Het is bovendien in korte tijd alweer een nieuwe trend die grote gevolgen voor de infrastructuur van het datacenter heeft. Veel datacenters zitten nog midden in de overgang van traditionele client/server-applicaties naar cloud-toepassingen. Daar komt nu het Internet of Things nog eens bovenop.
Dat de vraag naar compute en storage door het Internet of Things fors zal worden aangejaagd, ligt natuurlijk voor de hand. Maar het is een misvatting om te denken dat bedrijven en overheden er zijn door simpelweg wat extra servers en storage-apparaten te plaatsen. Een hele belangrijke vraag gaat worden: kan de elektrische infrastructuur van ons datacenter deze extra vraag wel aan?
Hybride infra
In veel datacenters wordt gebruik gemaakt van een power-infrastructuur die vaak al vele jaren oud is. De eisen en wensen die destijds belangrijk waren en de basis vormden van deze energievoorziening, zijn inmiddels flink achterhaald. Dat geldt voor vrijwel ieder datacenter, maar nog eens extra voor datacenters die hybride infrastructuren (on-premise applicaties en cloud services) ondersteunen.
In alle gevallen is het van cruciaal belang dat de power-infra zorgvuldig onderzocht wordt. Hoe zit deze nu in elkaar? Hoe zit het met het energieverbruik per zaal, gang, rack en liefst ook individueel IT-apparaat? Hoeveel energie kunnen we aanvoeren en hoeveel rek zit daar nog in? Niet alleen voor het datacenter als geheel, maar kijk ook naar de distributie naar zalen en gangen. Waar zitten de knelpunten? Waar lopen we tegen grenzen aan?
Capaciteitsplanning
Vervolgens zal een overzicht gemaakt moeten worden van de nieuwe IT-apparatuur die de komende jaren in gebruik zal worden genomen. Dit is natuurlijk een typisch voorbeeld van het maken van een capaciteitsplanning, maar dan wel eentje waarbij we moeten werken met veel onzekerheden. Hebben we ten aanzien van de bestaande IT-workloads vaak een goed historisch beeld van de ontwikkeling van het energieverbruik en de verdeling daarvan over het datacenter, bij een nieuwe trend als Internet of Things zijn die inschattingen veel lastiger te maken.
Ook de klant - de eigen business-organisatie of externe partijen - heeft vaak nog nauwelijks een beeld van de ontwikkelingen die we ten aanzien van IoT de komende jaren mogen verwachten. Welke projecten gestart gaan worden is vaak nog niet duidelijk. En wat we al helemaal niet weten, is hoe snel een IoT-dienst populair zal worden of veel gebruikt. Veel bedrijven zitten pas in de fase van eerste proefprojecten, die per definitie kleinschalig zijn. Als daar al concrete ervaringen uit naar voren zijn gekomen, dan zijn die dus gebaseerd op tests en niet op grootschalig uitgerolde projecten.
Moeilijk in te schatten
Bestaande methoden om tot een goede capaciteitsplanning te komen (zie bijvoorbeeld de whitepaper ‘Data Center Power Distribution and Capacity Planning’ van Raritan), kunnen hierbij gebruikt worden. We zullen echter stap voor stap ervaring moeten opdoen met het correct inschatten van de nieuwe vraag naar energie.
Er is echter nog een punt dat we niet mogen vergeten: leveringszekerheid. In traditionele datacenters waar de toon nog gezet wordt door klassieke client/server-applicaties werd uiteraard gestreefd naar een zeer goede beschikbaarheid van deze IT-systemen. Vaak werden kreten als ‘5 x 9’s’ of 99,999% gebruikt. In de praktijk haalt vrijwel geen enterprise datacenter dit soort uptimes. Maar dat is in de praktijk ook vaak helemaal niet zo belangrijk. Af en toe een beetje downtime is natuurlijk wel vervelend, maar dan vooral voor de medewerkers van de eigen business-organisaties. Zij zijn immers de personen die deze klassieke client/server-applicaties gebruiken.
Meetgegevens
Dat ligt dankzij de migraties naar de cloud vaak al heel anders en dat wordt met de opkomst van IoT nog veel erger. Zoals wij zelf geen lange wachttijden accepteren als we een app openen op onze smartphone, zo vereist ook Internet of Things 100% beschikbaarheid. De meet- en gebruikgegevens moeten immers continu binnen kunnen komen en een storing in de energievoorziening is niet langer acceptabel. We willen met deze data immers geld verdienen. Een redundant opgebouwde energievoorziening wordt dus van cruciaal belang wil een datacenter in staat zijn om IoT-projecten of -applicaties naar behoren te ondersteunen.
Deze vraag naar absoluut niet-onderbroken dienstverlening heeft ook gevolgen voor de vraag waar we IoT-applicaties het beste kunnen hosten. Gaan we dat via een cloud provider of een hosting-partij doen? En zo ja, welke garanties kunnen dat soort partijen dan geven dat de daar ondergebrachte systeemomgeving ook daadwerkelijk 100% van de tijd beschikbaar is? Of is het dan wellicht toch beter om dit soort belangrijke applicaties intern te houden?
Afweging maken
De vraag die hier aan ten grondslag ligt is deze: wat is belangrijker - de kosten voor de energievoorziening minimaliseren, of kunnen we beter iets meer geld investeren in onze power-infrastructuur zodat we absoluut zeker weten dat we maximaal kunnen profiteren van de IoT-projecten die we hebben draaien - ook financieel?
In eerste instantie lijkt de komst van IoT-projecten naar het datacenter wellicht vrij eenvoudig op te vangen: het vereist meer IT-apparatuur, maar daar kunnen we vast nog wel een plekje voor vinden. Die houding zou echter verkeerd zijn. IoT biedt bedrijven en overheden enorme kansen, maar dan moeten we absoluut zeker weten dat deze applicaties 100% van de tijd beschikbaar zijn.
Ronald van Ee
Dan hebben we ineens te maken met een verrassend complex vraagstuk, waarbij tal van afwegingen gemaakt moeten worden. Mijn advies zou dan ook zijn: krijgt u te maken met IoT-projecten in uw datacenter, vraag dan altijd advies van een partij die veel ervaring heeft met het maken van capaciteitsplanningen. En die een goede afweging kan maken tussen eisen en wensen ten aanzien van beschikbaarheid en kosten.
Raritan, een merk van Legrand, is een vooraanstaande fabrikant van o.a. intelligente rack-PDUs, transfer switches, KVM-over-IP en seriële console servers. Geïnstalleerd in meer dan 60.000 locaties wereldwijd en opererend vanuit meer dan 76 landen, verbeteren Raritan’s bekroonde oplossingen efficiëntie, uptime en verhogen ze de productiviteit van data centers. Voor meer info ga naar Raritan.nl.
Ronald van Ee, Country Manager Benelux, Raritan