Equinix ontvangt LEED Gold duurzaamheidscertificaat voor nieuwste datacenter

Datacenterbedrijf Equinix heeft voor AM4, haar nieuwste datacenter, het wereldwijd erkende duurzaamheidscertificaat LEED Gold ontvangen. Met dit prestigieuze certificaat loopt Equinix voorop in het verduurzamen van de datacenterbranche. In samenwerking met Royal HaskoningDHV zet Equinix met AM4 een hoge standaard neer voor huidige en toekomstige datacenters.

Met het Leadership in Energy and Environmental Design (LEED) Gold-certificaat bewijst Equinix dat het bedrijf zich committeert aan de hoge internationale doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid. Dit blijft niet beperkt tot de operationele kant, maar wordt al vanaf de tekentafel meegenomen in de besluitvorming, in samenwerking met Royal HaskoningDHV. Met de toonaangevende LEED Gold-certificering als gevolg. “Ik ben ongelofelijk trots. We werken non-stop aan het verder verduurzamen van onze bedrijfsvoering. Hier profiteren niet alleen onze partners en klanten, maar ook het milieu van”, aldus Michiel Eielts, Managing Directeur Equinix Benelux, op 20 maart, tijdens de uitreiking van het certificaat. “De certificering let ook op het materiaalgebruik – middels recycling - en op de duurzaamheid van het gebouw. Ons datacenter is bijvoorbeeld zo gebouwd dat het in de toekomst een nieuwe functie kan krijgen en het daarvoor niet hoeft te worden afgebroken. Zo wordt de enorme verspilling die daarbij komt kijken voorkomen.”

Restwarmte vaker hergebruiken

De verduurzaming blijkt verder uit verschillende aspecten in en rondom het twaalf verdiepingen tellende datacenter. De ondergrondse wateropslag (Aquified Thermal Energy Storages) vervangt het mechanische koelsysteem, wat een zeer grote energiebesparing oplevert en de CO2-uitstoot enorm beperkt. Het LEED Gold gecertificeerde gebouw is zeer geschikt voor het leveren van restwarmte aan de universiteitsgebouwen op het Amsterdam Science Park, in plaats van dat het vervliegt. Eielts vervolgt: “We zouden in Nederland veel meer kunnen doen met de restwarmte vanuit de industrie. Dit wordt nu in veel gevallen als afvalstroom afgevoerd, terwijl er een veel bredere toepassing voor kan zijn. Bijvoorbeeld in het verwarmen van nabijgelegen kantoorgebouwen of woonwijken. In sommige Europese landen zijn datacenters verplicht hun restwarmte beschikbaar te stellen voor hergebruik, voordat zij toestemming krijgen voor de bouw. Dat zou in ons land ook vaker kunnen meewegen als criterium in certificeringen en aanbestedingen om zo de energietransitie én duurzaamheid verder te stimuleren.”