Tune into the Cloud: Gregor Petri over Das Model

gregor-petri-(high-res)

Het is de dag waarvan je wist dat hij komen zou, namelijk de dag dat IT-kosten eindelijk de overstap maken van de indirecte overhead kostenplaats naar de direct toerekenbare kosten. Dit was natuurlijk te verwachten nu digital business steeds meer de norm wordt. Maar de werkelijke overgang kan toch nog iets langer duren dan we misschien verwachten. Om de overstap te maken is namelijk - zoals de Amerikanen zo mooi verwoorden - een perfect storm nodig, waarbij alle ingrediënten op het juiste moment samenkomen. Een aantal van die ingrediënten is zonder meer al aanwezig.

Zo zien we - naarmate producten zelf en de manier van aanbieden en leveren steeds digitaler wordt - dat het aandeel van IT in de totale kosten stijgt waardoor de behoefte om deze direct per product toe te kunnen rekenen toeneemt. Tegelijkertijd komt de verantwoordelijkheid voor deze IT-kosten ook steeds meer bij de line of business afdelingen terecht. Zo signaleerden we al jaren geleden dat de chief marketing officer in veel bedrijven meer geld aan IT mag besteden dan de CIO. En ook met de kosten van het internet of things en smart machines zien we de verschuiving naar de lijn organisatie.

Op technisch gebied kunnen we dankzij de introductie van containers individuele microservices identificeren en uiteindelijk de daarmee samenhangende kosten toerekenen aan de individuele producten of services die er gebruik van maken. Net zoals we in een fietsenfabriek de kosten van wielen, zadels en versnellingen direct toerekenen aan iedere geproduceerde fiets en niet als een soort rol-, zit- en acceleratie-toeslag doorbelasten middels een percentage van de framekosten. Wat hierbij helpt is dat we software containers per gebruik kunnen opstarten en ook weer stoppen. En dat is nu net het key verschil tussen directe kosten (zoals het monteren van een wiel) en indirecte kosten (zoals de verlichting of de verwarming van de fabriekshal).

Daarmee is de weg ook vrij om van het budget gestuurd managen van IT af te stappen. Voor digitale business is dat namelijk even inefficiënt als de budgetgestuurde fietsenfabrieken in de voormalige Sovjet Unie, die vaak al in oktober de productie voor de rest van het jaar stil moesten leggen omdat het budget voor zadels, banden of zelfs fietsbellen uitgeput was.

Het schedulen van al die containers is daarmee overigens een uitdaging die qua complexiteit prima vergelijkbaar is met het plannen van de productie in een moderne fietsenfabriek: namelijk knap lastig. Zeker als we ook aan een zekere mate van lange termijnplanning en taakstellende kostprijs calculatie willen gaan doen. Het achteraf uitrekenen wat het leveren van een product of service gekost heeft is nog relatief eenvoudig, namelijk simpelweg het optellen van de individuele kosten van alle gebruikte resources. Maar als we vooraf een target kostprijs (wat zou dit product of deze service mogen kosten) willen bepalen, dan lopen we al snel vast als we geen model hebben dat gebruikt kan worden om die service te beschrijven. In productieomgevingen kennen we deze modellen al heel lang onder de naam bill of material of receptuur, in de cloud wordt vaak de term service blue print gebruikt, maar qua volwassenheid en acceptatie hiervan zijn we nog wel even verwijderd van een model van het jaar verkiezing.

Voor zinnige directe kosten is het daarnaast nodig dat we een service op basis van de individuele, gebruikte containers met onze public cloud providers kunnen afrekenen. Bij een functie platform (fPaaS) zoals Lambda van AWS zien we dat dit al gerealiseerd is, daar rekent de gebruiker af per aangeroepen functie (in miljoenste van centen) en voor de duur en omvang van het gebruikte geheugen (in tienden van seconden). Maar bij veel van de huidige container services wordt er een soort flat fee gerekend per onderliggende VM, ongeacht hoeveel en welke soort services er daadwerkelijk worden aangeroepen. Dat is het toch een beetje als een fietsenfabriek die zijn leverancier niet afrekent per wiel, maar per machine die wielen produceert, ongeacht hoeveel wielen worden afgenomen.

Het nummer ‘Das Model’ uit 1978 over een catwalk beauty parade van de Duitse band Kraftwerk kwam in 1981 uit als Engelstalige B-kant van ‘Computer Love’, maar de markt promoveerde het zelf tot A-kant, waardoor het al snel de nummer 1 positie in de UK singles top 75 bereikte.