Het einde van de smartphone

Peter 2015 kl_410x615

Van de week zat ik te kijken naar de film Blade Runner. Om een of andere reden had ik deze klassieke sci-fi cyberpunk film nog nooit eerder gezien. Blade Runner is een film die draait om Harrison Ford, een speurder die een groep robots moet zien op te sporen in het bijzonder regenachtige Los Angeles van 2019. De visie op de toekomst is interessant, met robots die bijna niet van mensen zijn te onderscheiden en de nodige vliegende auto’s. Maar het meest interessant was de visie op communicatie. We zien Harrison Ford bellen in een telefooncel, waarbij het telefoontoestel is verrijkt met een videoconnectie. Waar de robots en vliegende auto’s hopeloos zijn achtergebleven bij het voorstellingsvermogen van de jaren 80, zijn we er met de smartphone ver voorbij geschoten.

De smartphone heeft zich ontwikkeld tot de persoonlijke digitale hub tot zo’n beetje alles. Het is een communicatie­centrum, waarbij je de belfunctie kunt gebruiken. Het is ook een informatiecentrum, een winkel, en een universele afstands­bediening voor van alles en nog wat. Waarom het eigenlijk nog ‘phone’ heet, is een raadsel. De smartphone is onmisbaar geworden voor de consumerende en werkende mens. Kunnen we ons nog wel een wereld voorstellen zonder smartphone?

Ik denk het wel. Het gaat helemaal niet zo goed met de smartphone. En dan doel ik niet op de dalende iPhone verkopen. Die zijn vooral het gevolg van de handelsruzie die president Trump heeft opgestookt. Chinezen kopen nu liever smartphones van het eigen Huawei. En dus mag niemand in het westen nog iets van Huawei kopen. Nee, het gaat om de opkomst van de voice user interface (VUI). In Nederland kan je deze ontwikkeling best een beetje ontgaan. We zijn inmiddels vertrouwd met de stuntelige ondersteuning van onze smartphone, waarbij je best een paar handige dingen kan, maar wat toch vooral ondersteunend is.

We zien ook wel dat er slimme ‘home speakers’ op de markt komen, maar zien het nog als een gadget. Niet als de nieuwe user interface. Het probleem met ons voorstellingsvermogen om hier iets meer van te maken, heeft te maken met de achterstand waar we in Nederland mee worden opgezadeld door het kleine taalgebied. We lopen daardoor zeker twee jaar achter. Er moet nog een hoop vertaald worden. Intussen wordt er bij de fabrikanten keihard gewerkt om de voice user interface in rap tempo veel slimmer te laten worden. Zo slim, dat je niet meer met je vingers aan een schermpje hoeft te zitten. Of aan een toetsenbord! De voice user interface gaat zich natuurlijk niet tot de smartphone en de home speaker beperken.

Hoe meer ik zie van VUI’s, hoe meer ik me begin te storen aan mijn iPhone. Het intoetsen van opdrachten en berichten komt me steeds onhandiger voor. Maar ook Siri is nog niet bepaald op een niveau waar ik enthousiast van word. Dat gaat veranderen. We zien niet voor niets dat de verkoop van home speakers alle records verbreekt. De adoptie gaat nog sneller dan die van de smartphone en de tablet. Als de VUI de wereld zo snel kan veranderen, kunnen we dan ook zonder de smartphone? Voorlopig niet. We hebben de smartphone vooral nodig om beelden en video te produceren en te consumeren. Maar verder? Misschien krijgt de smart watch wel een tweede kans als digitale consumenten eraan gewend raken om hun handen vrij te houden.

Of die smartphone verdwijnt of niet, je zult als Nederlands bedrijf na moeten gaan denken wat u met de opkomst van de VUI aan moet. Wat is de toekomst voor de apps die u nu gebruikt en aan het ontwikkelen bent? Wat kan er beter met een VUI? Wat kan er anders met een VUI? Hoe kan een VUI werknemers ondersteunen en klanten beter bedienen?

De opkomst van chatbots laat zien dat deze trend niet helemaal aan Nederland voorbijgaat. Hoewel daarbij meer naar de mogelijke kostenbesparingen wordt gekeken dan naar een betere klantervaring. De VUI nodigt ons uit om onze verbeelding te laten spreken. Laat je niet verblinden door de kwaliteit van de VUI’s die we nu in Nederland kennen. De toekomst bestaat al. Hij is alleen nog niet in ons land aangekomen.

Peter Vermeulen is directeur bij Pb7 Research