Groot is weer helemaal terug

Peter 2015 kl_410x615

De afgelopen jaren is de aandacht voor start-ups enorm toegenomen. In iedere sector gingen we rondkijken of er een ‘Uber’ opstond die de status quo onderuit zou schoppen. En omdat goedkoop geld de laatste jaren ruim voorhanden was, worden enorme bedragen in start-ups en scale-ups geïnvesteerd. De aandacht voor start-ups die we ook in Nederland zeer sterk zien, heeft ongetwijfeld een positief effect op innovatie, maar echte disruptie zien we maar op een enkele plek plaatsvinden.

Natuurlijk, we hebben Uber en we hebben Airbnb als lichtende voorbeelden, maar de glans is daar toch duidelijk vanaf. Nog altijd zijn er veel stemmen uit de techwereld die roepen dat wetgeving te beperkend is en dat Uber en Airbnb meer ruimte zouden moeten hebben. Maar we zien ook steeds sterker dat er grote negatieve sociale neveneffecten zijn die regulering en inperking lijken te vereisen. Delen van de Amsterdamse binnenstad dreigen onbewoonbaar te worden door Airbnb, terwijl Uber vooral een negatieve druk oplevert op de inkomsten van individuele chauffeurs. En we zien de laatste paar jaar ook niet echt een nieuwe partij opkomen die zich voegt bij dit korte rijtje van grote disruptors.

In plaats daarvan zien we dat het gevaar van grote bedrijven komt. En die kunnen we in drie groepen opdelen. De eerste groep zijn de drie Amerikaanse tech-reuzen Facebook, Alphabet (Google) en Amazon. Vooral de laatste twee maken steeds vaker een cross-over naar de fysieke wereld, met als meest opvallende zet de overname van Whole Foods. Dat leidde tot scherpe dalingen op de beurs bij andere supermarktketens die vrezen dat de innovatiekracht van Amazon in ieder geval de Amerikaanse supermarktwereld op zijn kop gaat zetten.

De Amerikaanse tech-reuzen lijken vooralsnog weinig te vrezen hebben van concurrenten uit de fysieke wereld. Wel is de vraag of en wanneer de Chinese tech-reuzen, de tweede groep in ons rijtje met Alibaba, Tencent en Baidu, de Amerikaanse tech-reuzen buiten Azië gaan overvleugelen. We merken er hier nog niet heel veel van, maar we kunnen inmiddels stellen dat ze qua innovatief vermogen de Amerikanen in veel opzichten al ver achter zich hebben gelaten.

En tenslotte zien we een derde groep, die bestaat uit aloude multinationals. Fintech heeft de finance wereld veranderd, maar vooral door oude finance spelers zelf. Een recent onderzoek liet zien dat Alphabet pas de tiende plaats inneemt als we kijken naar de hoeveelheid investeringen in zelfrijdende auto’s. Autofabrikanten en toeleveranciers investeren in veel gevallen veel meer. In vrijwel elke sector zien we organisaties die er in slagen om zichzelf te ontwrichten doordat ze hun bedrijfscultuur weten te kantelen, kannibalisatie durven in te bedden en innovatie de vrijheid weten te geven.

Start-ups spelen niet langer de hoofdrol. De hoge waarderingen hebben meer te maken met de beschikbaarheid van goedkoop geld dan met een realistische omzetbelofte. Toch spelen start-ups een belangrijke rol. Ze zorgen voor sectorinnovatie. Niet door het zelf te doen, maar door oude multinationals in staat te stellen zelf voor de disruptie te kunnen zorgen. Tech-reuzen hebben zich een leidende plaats in die wereld weten te veroveren. Maar nu veel van de kaarten weer zijn geschud, lijkt de uitzonderlijke status voor start-ups zijn langste tijd te hebben gehad.

Peter Vermeulen is directeur van Pb7 Research