Dialoog Digitale Connectiviteit

jan-van-alphen_6476

Op uitnodiging van de Staatsecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) nam BTG-voorzitter, Eric Reij onlangs deel aan een ronde tafeldialoog met diverse CEO’s vanuit de overheid en ICT-telecommunicatiebranche over digitale connectiviteit. Hiermee geeft EZK een vervolg aan de diverse eerdere dialogen die in het najaar 2017 zijn gevoerd en de overheid consultatie die hieruit voortvloeide (https://www.internetconsultatie.nl/connectiviteitsplan). Als branchevertegenwoordiger namens de groot en midden zakelijke gebruikers heeft BTG gedurende het hele traject geparticipeerd in deze beleidsdiscussie. In internationaal verband zijn de gebruikersbelangen vanuit INTUG tevens ingebracht in de door de ITU en OECD/OESO in 2017 over dit thema gehouden internationale conferenties, want ook in internationaal verband is deze discussie zeer actueel.

Aanleiding voor de EZK-discussie is de ambitie om de huidige hoge score van de Nederlandse, vaste en mobiele netwerken in internationaal verband ook in de toekomst state-of-the-art te houden. Deze sterke positie kan echter alleen worden behouden als de randvoorwaarden op orde zijn.

Tijdens de dialoog werd aan de branchevertegenwoordigers een drietal thema’s voorgelegd, die de complexe dilemma’s aan de orde stellen. Dit in relatie tot de mate waarin de rijksoverheid, regionale en lokale overheden regulerend in hun randvoorwaarden moeten zijn. Nationale en internationale beleidharmonisatie is benodigd. De borging van de autonomie en ruimte voor zelfregulering en marktwerking van de diverse branches, waaronder de consumenten, vormt een belangrijk democratisch beginsel in relatie tot de borging van de beschikbaarheid, capaciteit en benodigde middelen.

Een tal van hieraan gerelateerde vragen passeerden tijdens de ronde tafeldiscussie dan ook de revue.

Op welke wijze kunnen de benodigde investeringen worden geborgd, de rentabiliteit hiervan en dat vooral in de buitengebieden? Hierbij kwam ook de vraag aan de orde of en in hoeverre de rijksoverheid een dekkingsplicht voor mobiele communicatie zou moeten opleggen. Daarnaast werd ingegaan op de benodigde rollen, taken en mogelijkheden voor de rijksoverheid en lokale overheden bij de versterking van masten, waarbij geen oerwoud mag ontstaan van geplaatste masten en antennes. Deze vraagstelling werd mede belicht in relatie tot de huidige diversiteit in en het tekort aan transparantie in de samenhang van lokale regelgevingen. Dit leidde tot de vraag welke mate aan harmonisering hierbij is benodigd.

Er werd ingegaan op innovatiemogelijkheden die 5G ons biedt, zowel op korte termijn als langere termijn, bijvoorbeeld in relatie tot eHealth en smart cities. De overheid kan hierin onder andere bijdragen door voldoende spectrum beschikbaar te stellen voor de publieke mobiele netwerken, duidelijkheid te scheppen over netneutraliteit, de zorg wegnemen bij omwonenden bij het plaatsen van antennes. Op deze wijze wordt de snelheid erin gehouden met betrekking tot de beschikbaarheid van 5G en kan innovatie worden gestimuleerd.

Tijdens de discussie bleek dat pasklare antwoorden in relatie tot het samenspel van autonomieborging en marktregulering, niet direct voorhanden zijn. Wel werd, in overeenstemming met de INTUG/BTG-visie duidelijk dat de regulerende overheidsinvloed niet verder moet reiken dan is benodigd. In het kader van de stimulering van de alom gewenste versnelling, wendbaarheid, flexibiliteit van de Nederlandse innovatiekracht zal moeten worden gewerkt aan de versterking van het samenspel binnen een transparant kader. In de realisatie hiervan is een belangrijke taak weggelegd voor de rijksoverheid, regionale en lokale overheden en de vertegenwoordigers van de diverse branches die dit mogelijk moeten maken.

Vanuit INTUG en BTG zal dan ook vanuit het zakelijke consumentenperspectief actief worden geparticipeerd in de diverse nationale en internationale discussie en beleidsvormende fora.

Jan van Alphen, INTUG/BTG