Begin met het einde in gedachten

Koenraad-Zirkzee---Director

Heeft u er ooit bij stilgestaan hoeveel kabels er door een datacenter lopen? Het is zo’n enorme hoeveelheid dat er bij de aanleg van een nieuw datacenter al rekening mee wordt gehouden, nog voordat de daadwerkelijke bouw is begonnen. Hoe dat gaat met de bouw van het 8e datacenter van Interxion in Nederland, een van de vooraanstaande leveranciers van carrier-neutrale clouddiensten en connectiviteit?

Dat leest u in deze blog.

Net als bij de andere zeven datacenters van Interxion zullen ook in AMS8 vele kilometers bekabeling verwerkt moeten worden. In AMS7, dat kleiner is dan AMS8 gaat worden, ligt al een grove 1.350 kilometer aan kabels, alleen voor stroom en monitoring. Ter illustratie: dat is meer dan de hemelsbrede afstand tussen Amsterdam en Barcelona. Hoe zorg je ervoor dat zoveel kabel geen onoverzichtelijke spaghetti wordt?

Plug and play 

Bij het ontwerp van het nieuwe datacenter wordt rekening gehouden met de bekabelingsstructuur. De gehanteerde filosofie hierbij luidt: Begin with the end in mind. Een aantal voorbeelden van deze benadering: er worden voor de bouw al een grote hoeveelheid buizen aangelegd, onder sloten en wegen door, die buiten het terrein van het datacenter uit de grond komen. Op die manier kunnen in de toekomst eenvoudig uitbreidingen worden gemaakt in de beschikbare kabels naar de buitenwereld. Alles ligt al klaar, de kabels kunnen zo naar binnen worden gevoerd; plug and play. Op die manier is het risico voor de operatie minimaal en hoeft er niet meer te worden gegraven op het terrein als de bouw voltooid is.

Cable-trays-Interxion_77A98-615x410

De dataverbindingen met de buitenwereld komen het datacenter binnen in een van de zogenaamde ‘fiber entry rooms’. In deze ruimtes komen de ondergrondse buizen binnen en worden de binnenkomende glasvezels doorgezet naar een van de twee carrier rooms. In deze carrier rooms stellen de telecom- en internetproviders hun transmissie-apparatuur op, waarop de glasvezels worden aangesloten, zodat er ‘licht’ op kan worden gezet. Met andere woorden: vanuit de carrier rooms worden de lichtbundels uit de glasvezels vertaald in de diverse dataverbindingen naar klanten. Om de klanten daadwerkelijk te verbinden gaan de verbindingen vanuit de carrier room via de ‘meet-me room’ over twee gescheiden (en daarmee redundante) routes naar de locatie van de uiteindelijke klant in ons datacenter. Deze klant kan op zijn beurt zijn diensten leveren via de door hem gekozen verbindingen.

De meet-me room is te vergelijken met de vroegere operator, u weet wel, de mevrouw die u heel lang geleden uw telefoontje doorverbond naar de bestemming van uw keuze. Het is de centrale plek waar alle doorverbindingen worden gemaakt die nodig zijn om onze klanten van de gewenste connectiviteit te kunnen voorzien. Vanuit deze ruimte is een groot aantal kabelroutes voorbereid, die door het hele datacenter heen op elke gewenste positie een verbinding kunnen leveren. Ook dit verloopt weer via gescheiden routes, zodat ook hier altijd redundantie kan worden gegarandeerd. . Een goed beheer van al deze verbindingen zorgt er vervolgens voor dat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van deze infrastructuren en de meest optimale route kan worden gekozen van de meet-me room naar de klant. De meet-me room is daarmee essentieel voor het goed functioneren van het datacenter.

Scheiding

Foto's-Bouw-AMS8-Februari-2 De vele kabels in een datacenter worden op verschillende gebieden gescheiden. De kabels voor data en stroom volgen ieder hun eigen routes, en binnen de databekabeling wordt ook nog een extra scheiding aangebracht tussen glasvezel en koper. Met deze scheidingen wordt vanaf het ontwerp van het datacenter rekening gehouden. De stroomkabels worden in de serverruimtes geïnstalleerd onder een verhoogde, antistatische vloer, dus onder de serverracks van de klanten. Hierdoor ligt deze bekabeling meteen veilig weggeborgen en kunnen klanten veilig aan hun apparatuur werken, zonder direct in contact te komen met de hoge vermogens die worden geleverd.

De databekabeling wordt in speciale kabelgoten aan het plafond opgehangen, waarbij zoals gezegd een onderscheid wordt gemaakt tussen koper en glasvezel. Op deze wijze wordt meteen rekening gehouden met de specifieke installatie-eisen van glasvezels, die gevoeliger kunnen zijn voor scherpe bochten en makkelijker kunnen beschadigen. De keuze voor het type databekabeling wordt ingegeven door verschillende redenen, waarbij vooral de te overbruggen afstand tegenwoordig in grote datacenters van doorslaggevend belang is. Een verbinding met een Ethernet kabel is begrensd door afstand, waardoor het al snel zinvoller is om glasvezel te gebruiken.

Snelwegennetwerk

Onze klanten behouden de flexibiliteit om zelf keuzes te maken. Als ‘carrier-neutraal’ datacenter biedt Interxion haar klanten vrije keuze in de leveranciers van de gewenste verbindingen. Daarnaast bieden wij onze klant vrijheid bij het inrichten van hun eigen ruimte en de daarbinnen benodigde bekabeling. De klant kan dit geheel in eigen beheer ontwerpen en inrichten, maar ook de specialisten van Interxion hiervoor inschakelen, die dit turn-key kunnen opleveren. Aangezien het eindproduct bij het ontwerp van elk Interxion datacenter als vertrekpunt wordt gehanteerd is er al een compleet, ‘snelwegennetwerk’ aan kabelroutes. Alle toekomstige verbindingen kunnen hier gegarandeerd invoegen. Mede dit aspect van het ontwerpen en bouwen met de toekomst als vertrekpunt zorgt dat ook een nieuw datacenter als AMS8 weer een Interxion datacenter wordt, met een garantie op beschikbaarheid en performance.

Koenraad Zirkzee - Director Operations Interxion Nederland

Dossiers