No Connectivity, No Cloud

Connectivity is mission critical geworden. Hoe is dat zo gekomen en waar gaat het naar toe? Een ding is zeker: alles wijst naar de cloud. Het belang van goede verbindingen neemt nog verder toe.

Om de rol te begrijpen van connectivity in het huidige succes van cloud computing, is het nodig om de ontwikkeling van IT, zakendoen en maatschappij te bekijken.

L1A1817-300x200 Olav van Doorn: “Cloud gebruik door internationale enterprises vergt hoogwaardige verbindingen, soms op de meest exotische locaties”

Een van die belangrijke ontwikkelingen is de val van de Berlijnse Muur geweest, gevolgd door het opbreken van de Sovjet-Unie. De wereld werd minder gevaarlijk. Grote delen van de aardbol werden beter toegankelijk. Opeens kwamen nieuwe markten braak te liggen. Markten met een goed opgeleide bevolking maar met grote materiële tekorten. Het Westerse bedrijfsleven heeft zich met verve gestort op de businesskansen die plotsklaps ontstonden. De behoefte aan, en noodzaak tot globale communicatie deed zich voelen. Het wegvallen van het ijzeren gordijn heeft de globalisering een sterke impuls gegeven.

Een andere katalysator was de liberalisering van de telecommarkt in de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw. De staatsmonopolies van de Europese PTT’s werden opgeheven. In de VS werd AT&T gedwongen zich op te splitsen. Dit leidde tot vele nieuwe toetreders en tal van innovaties. Nieuwe bedrijven schoten de logge, ambtelijke PTT’s aan alle kanten voorbij. De doorlooptijd van nieuwe aansluitingen werd teruggebracht tot dagen in plaats van maanden, vanaf aanvraag tot ingebruikstelling. De mobiele telefoon begon aan zijn opmars.

Een derde, met het voorgaande samenhangende, mijlpaal was de publieke introductie van internet halverwege de jaren negentig. Opeens kon iedereen e-mailen en zich op het web presenteren. En dat gebeurde ook. Alles zou web-based, web-centric of web-native gaan worden.

ASP te vroeg

Aan het einde van de eeuw kwam op de golven van de groei van internet een nieuw en veelbelovend concept op: Application Service Providing (ASP), het online gebruik maken van softwareapplicaties en daarmee de voorloper van SaaS (Software-as-a-Service). Maar nog niet alle puzzelstukjes lagen goed op hun plaats. Voor de gebruiker had ASP te weinig meerwaarde ten opzichte van het zelf doen. De techniek was nog onvoldoende ontwikkeld om ASP een grote vlucht te laten nemen. Met name de verbindingen waren onvoldoende; breedband was nog maar aan het begin van zijn opmars.

En toen barstte rond de eeuwwisseling de Dot.com zeepbel. De economie kwam tot stilstand, zo leek het wel. De oriëntatie op meer opbrengsten uit de nieuwe kansen die internet bood, verlegde zich naar de kostenkant en uitte zich in bezuinigingen, faillissementen, ontslagen. De ene na de andere carrier ging over de kop, slimme opkopers gingen er voor weinig met de assets vandoor. Zonder financiële ballast konden ze de nieuw verkregen netwerken gebruiken voor verdere innovaties. De grootschalige financiële investeringen in netwerkcapaciteit waren immers afgeschreven in de faillissementsprocedures.

Cloud en virtualisatie

Het was al snel weer business as usual. Internet werd gemeengoed. Breedbandverbindingen werden een commodity. Virtualisatie maakte het mogelijk server hardware veel effectiever te besteden. ASP werd opeens interessant en maakte als ‘Cloud’ een formidabele doorstart. De term Cloud Computing is al in 1996 geïntroduceerd, door een groepje techneuten bij Compaq Computer. Op 9 augustus 2006 is het begrip cloud voor het eerst voor een wijder publiek gebruikt door Eric Schmidt (CEO Google) op een conferentie. Vanaf einde van het vorige decennium is het hard gegaan met het gebruik van het begrip Cloud Computing, ook in Nederland. De beginperiode werd nog gemarkeerd door uitvoerige discussies over definities en of het nu wel of geen reële innovatie was. ‘Cloud? Oude wijn in nieuwe zakken’, werd regelmatig geopperd. Die fase zijn we voorbij. Cloud First en Cloud Only zijn tegenwoordig de primaire IT-strategieën, en in de enterprise wereld omarmd. De angst voor het onbekende en de zorg voor veiligheid zijn weggenomen.

Cloud is een must geworden, ook voor de aanbieders. Het leveren van Cloud diensten wordt op verschillende manieren aangevlogen: vanuit de hosting- en datacenter-wereld, vanuit de carriers, vanuit de system integrators en vanuit de pure players: de grote public cloud providers. Elk van deze categorieën heeft zijn historie en oorsprong.

Het belang van virtualisatie voor de ontwikkeling van cloud kan niet worden overschat. Dankzij virtualisatie konden hosters hun dure serverparken veel beter benutten. Een uitkomst in de magere tijden na het barsten van de internet-bubble. Virtualisatie maakte het bedrijven mogelijk om hun applicaties zonder downtime naar andere locaties over te brengen, bijvoorbeeld naar een datacenter of hostingomgeving van derden.

Hosting

De wordingsgeschiedenis van hosters is uitermate boeiend. De meeste zijn begonnen op de zolderkamer met het registreren van domeinnamen en het hosten van websites. Later kwam daar storage bij. Met het toenemende belang van internet zagen hosters zich genoodzaakt te professionaliseren, te standaardiseren en hun werkzaamheden verregaand te automatiseren. Vaak is hun servicepakket uitgebreid met datacenter en colocatiediensten. In de beginjaren van cloud leek het er even op dat de locale spelers zouden worden weggevaagd door de grote Amerikaanse partijen, maar vooralsnog hebben ze nog steeds bestaansrecht. Wel is een duidelijke consolidatieslag gaande. Bovendien komt er concurrentie uit onverwachte hoek: de traditionele system integrators zijn bezig om hun verouderde business model van uur-factuur en projecten aan te laten sluiten op de moderne tijd van abonnementen, services en functionaliteit ‘uit de muur’. Dat betekent dat zij ook hosting en SaaS leveren.

System integrators

Rutger-1-300x168 Rutger Bevaart: “In connectivity zijn er grof gezegd twee smaken: carrier-driven (aanbod-gestuurd) en carrier-neutral (vraag-gestuurd)”

De system integrators hebben een aantal grote transities moeten doormaken. Het leveren van hard- en software uit de oertijd van IT werd uitgebreid met value added services. Weet u nog: de VAR (Value Added Reseller)? Daar kwam al snel het ontwikkelen en integreren van systemen bij, net als detachering en bodyshopping. Integratie was voor de komst van SOA, webservices en API’s moeilijk werk dat bovendien vaak nodeloos extra ingewikkeld werd gemaakt. De komst van cloud heeft de noodzaak voor nieuwe systeemontwikkeling goeddeels weggenomen. Wel is de vraag naar ‘ontzorging’ door middel van managed services groter dan ooit. En degene die denkt dat de wereld minder ingewikkeld is geworden met de komst van cloud heeft het mis. Er is juist een laag complexiteit toegevoegd, nu die cloud systemen onderling en met de bestaande IT moeten worden geïntegreerd en gemanaged. Daar ligt de meerwaarde van de system integrator nieuwe-stijl. Hosting hoort daarbij.

Carriers

Natuurlijk zijn ook de carriers van belang geweest voor de sterke groei van cloud. Serieus cloud gebruik door internationale enterprises vergt hoogwaardige verbindingen met soms op de meest exotische plekken op de aarde. Vanuit de tijd van de ouderwetse telefoon zijn carriers gewend om internationaal aan te takken. In gelijke tred met de ontwikkeling van internet zijn de carriers leased lines gaan bieden. Ze hebben de afgelopen decennia enorme investeringen gedaan in het versnellen, verbreden en verglazen van hun verbindingen, vaak onder de meest uitdagende omstandigheden. Het zal geen verwondering wekken dat de carriers hogerop willen komen in de voedselketen, en zij zich ook zijn gaan richten op het bieden van datacenter services. Carrier-hotels brengen connectivity en housing onder een dak. Opvallend is dat het carrier-hotel de belofte – althans voor de aanbieder – onvoldoende waarmaakt. Een aantal carriers is alweer teruggekeerd van hun datacenter-avonturen. Misschien was hun ingang niet goed. Om cloud en datacenter services te verkopen moet je bij de CIO zijn, en niet bij de traditionele gesprekspartner van de carrier: de telecom manager. Daarnaast waren ze te laat. De hosters hadden alles al op orde.

Datacenters

De datacenters hebben zich stevig genesteld in het hart van de cloud infrastructuur. Dankzij het opzetten van Cloud Exchanges, hubs voor de toegang tot diverse cloud providers, kunnen bedrijven vanuit het datacenter aansluiten op de cloud provider naar keuze. Zo kunnen ze blijven waar ze zitten. In plaats van dat iedereen naar de cloud providers toe moet komen, komen de providers het datacenter in. Deze ontwikkeling past ook in de behoefte van de gebruiker naar hybride cloud omgevingen: naar public cloud als het kan en in de private cloud blijven als het moet. De momenteel op gang zijnde consolidatie van providers versterkt de macht van de datacenter provider.

De torenhoge verwachtingen van de public cloud providers zijn vooralsnog niet echt waargemaakt. De acceptatie van Amazon, Google for Work, Office 365 gaat gestaag maar tamelijk langzaam. Vermoedelijk zien we hetzelfde als in de beginjaren van internet: het gaat minder snel dan de voorspellingen uitwijzen, maar als het eenmaal op gang komt is de impact veel groter dan voorzien.

Een andere verwachting die nog niet is uitgekomen: alle dataverkeer zal over internet gaan lopen. Het is de vraag of dit ooit zal gebeuren. Internet is robuust en bedrijfszeker, maar het komt niet met garanties en SLA’s. Met name bedrijfskritisch of uitermate privacygevoelig verkeer zal voorlopig via eigen verbindingen blijven verlopen. Wel wordt de kwaliteit van internet steeds beter. Synchrone communicatie als telefonie en videoconferencing over internet gaat tegenwoordig prima.

Connectivity

Wat betekent dit alles voor connectivity? Het mag duidelijk zijn dat de huidige golf van digitalisering de belangrijke rol van de dataverbindingen alleen maar versterkt. En er komt een nieuwe hausse aan, met eigen netwerkinfrastructuren en protocollen: Internet of Things stelt additionele eisen aan de communicatie. Ook hier is een aanpak op maat noodzakelijk. Bij sommige IoT-toepassingen gaat het om kleine hoeveelheden data op regelmatige tijden, bijvoorbeeld de doorgifte van waterstanden, andere, zoals de zelfrijdende auto, gaan gepaard met grote volumes die real-time en veilig moeten worden verzonden en verwerkt. De datacommunicatiemanager zal ook deze vorm van communicatie onder controle moeten zien te houden.

Vanwege de toenemende complexiteit van de netwerken, vanuit riskmanagement perspectief en in lijn met de trend naar uitbesteding, zijn bedrijven al snel geneigd om al hun communicatie van één partij af te nemen (one-stop-shop). Daar hebben ze groot gelijk in, alleen maken ze vaak de verkeerde shop keuze. Ze kiezen een grote carrier in de verwachting en hoop dat ze daarmee het makkelijkste en beste uit zijn. Dat nu is een misrekening.

Propriatery of neutraal?

In connectivity zijn er grof gezegd twee smaken: carrier-driven (aanbod-gestuurd) en carrier-neutral (vraag-gestuurd). Kiezen voor de carrier als one-stop-shop, carrier-driven variant, betekent kiezen voor het aanbod van die carrier. Die zet zijn eigen infrastructuur in en zorgt ervoor dat partners worden ingeschakeld in de regio’s die hij zelf niet afdekt. Deze benadering heeft drie nadelen: de infrastructuur van de carrier is vaak niet volledig bij de tijd, dus verouderd; de carrier zal een one-size-fits-all oplossing bieden terwijl het beter is om per applicatie en vanuit de business van de klant te kijken wat nodig is en midden- en kleinbedrijven krijgen niet altijd de aandacht die ze nodig hebben omdat de grote carriers meer gericht zijn op hun klanten in het large enterprise segment.

Sommige carriers voeren het one-stop-shop concept nog een stap verder door naast connectivity ook datacenter services te verlenen, vanuit het zogeheten carrier-hotel. Nadelen zijn er ook: de exploitatie van het datacenter is geen core business voor de carrier. En er is een grote mate van vendor lock-in in de relatie. We hebben eerder al geconstateerd dat deze trend over zijn hoogtepunt heen is.

De carrier-neutral benadering daarentegen geeft veel meer vrijheid en flexibiliteit bij de keuze van de geboden oplossingen. De concurrentie tussen de diverse carriers is hevig, en dat heeft een prijsdrukkend en innovatieverhogend effect waar de klant van profiteert. Ook in de carrier-neutral benadering is het goed mogelijk een one-stop-shop aanbieder in te zetten; deze zal op basis van de business requirements van de klant een infrastructuur op maat ontwerpen en beheren. Dat is geen sinecure, omdat het connectivity-landschap uitermate dynamisch is, qua aanbod en qua technologie. Hoogwaardig specialisme is nodig om deze one-stop-shop rol goed te vervullen. Een goede oplossing bevat de juiste mix van cross-connect (rechtstreeks verbinden via MPLS), Internet en Cloud Exchange. En dat alles centraal gemanaged en supported, en met gemakkelijke self-service mogelijkheden voor de klant.

One-size-fits-all werkt niet

Wat zijn de variabelen? Los van de gekozen verbindingstechnologie wordt de keuze voor connectivity bepaald door een viertal parameters. Dat zijn Prijs, Bandbreedte, Latency (vertraging) en Beschikbaarheid. Elke situatie vergt een specifieke afweging van de optimale mix. En elke keuze daarin is van invloed op de selectie van de verbindingstechnologie en de providers. Het ene bedrijf heeft veel bandbreedte nodig tegen een lage prijs, het andere bedrijf wil de laagste latency of de hoogste beschikbaarheid, en is bereid daar meer budget voor vrij te maken.

Dat dient goed in kaart te worden gebracht. Net als het applicatielandschap van de gebruiker. Per applicatiecategorie dient vanuit risk management en kostenperspectief te worden vastgesteld welke connectiviteit nodig is.

Vaak kiezen bedrijven – al dan niet op voorspraak van de carrier - voor een one-size-fits-all benadering. Dat is immers eenvoudig en overzichtelijk. Naar onze stellige overtuiging is het vanuit kostenoogpunt en ook vanuit risk managementbeleid veel beter om per applicatie de benodigde bandbreedte in te regelen. Het is gewoonweg niet nodig de bedrijfsbrede connectivity af te stemmen op de piekbelasting van een enkele bedrijfskritische applicatie. Daarnaast is dit bij de carrier-neutrale benadering in one-stop-shop ook voor de klant eenvoudig en overzichtelijk.

Connect the Cloud

Ook in een cloud omgeving is de ketting zo sterk als de zwakste schakel, en dat blijkt vaak de verbinding. Is het nog mogelijk om zelf invloed uit te oefenen op de outsourcing partner, bij cloud computing ligt dat anders. Daar heb je het aanbod van de provider as-is te accepteren. Je bent dus ook afhankelijk van de connectivity aan zijn kant van de verbinding. De ervaring leert dat cloud providers erg gericht zijn op hun interne systemen en hun technologie. Daar durven ze hoge SLA’s voor af te geven. De connectivity blijft onderbelicht of wordt helemaal niet meegenomen in de SLA. Met andere woorden, je krijgt ‘garantie tot de voordeur’. We zien overigens dat enkele innovatieve cloud providers oog hebben gekregen voor het belang van connectivity voor de kwaliteit van de geleverde dienst. Zij bieden naast internet alternatieve verbindingsmethoden met de vereiste redundancy, en geven daar garanties op af. Bovendien geeft het concept van de carrier-neutral Cloud Exchange in het datacenter een sterke kwaliteitsimpuls aan de verbinding met de cloud provider.

Connectivity is in de huidige cloud economie van cruciaal belang. Doordacht connectivity beleid is afgestemd op de bedrijfsstrategie en draagt bij aan goed riskmanagement. Met een slimme aanpak valt veel geld te besparen, de algemene beschikbaarheid van IT-voorzieningen te verhogen, de flexibiliteit van de onderneming te vergroten en haar concurrentiepositie te versterken.

Olav van Doorn, mede-oprichter en CEO van Custom Connect

Rutger Bevaart, CTO en Lead Architect van Custom Connect