‘Cloud biedt kansen voor innovatie’

Bedrijven en overheden moeten zich tegenwoordig voortdurend aanpassen aan veranderende omstandigheden en voldoen aan steeds hogere verwachtingen van de klant. Behalve dat business en IT steeds meer in elkaar overlopen en IT daardoor bedrijfskritisch is, biedt IT ook mogelijkheden om nieuwe dienstverleningsconcepten te ontwikkelen en innovatie te bewerkstelligen. Het spitst zich vooral toe op het ontsluiten en slim combineren van data en deze omzetten in betekenisvolle informatie en waardevolle inzichten. Omdat IT alsmaar nadrukkelijker het concurrerend en innovatief vermogen van bedrijven bepaalt, moeten nieuwe bedrijfsapplicaties bovendien sneller worden ontwikkeld en met een korte time-to-market waarde opleveren voor de organisatie en voor de gebruikers.

Bij elk van bovengenoemde uitdagingen kan de cloud uitkomst bieden. Met de explosief groeiende volumes (iedere 60 seconden wordt er voor 72 uur aan filmpjes geüpload) en een consument die alsmaar hogere eisen stelt als het gaat om beschikbaarheid en performance (gemiddeld haakt 50 procent van de mensen af als ze binnen 10 seconden geen toegang hebben tot wat ze willen zien), worden de keuze voor de locatie waar de hardware staat en de keuze voor netwerkleveranciers steeds belangrijker. De hele keten moet immers optimaal met elkaar samenwerken om het cloud-model op een goede manier te ondersteunen en om optimaal te kunnen profiteren van de kansen die de cloud biedt.

Het programma van Nyenrode Business University, Microsoft en Interxion bestond uit een presentatie van Erik Jan van Vuuren, Azure Lead van Microsoft, over de kansen van de cloud en een rondetafeldiscussie waarin de deelnemers, bestaande uit 25 CIO’s en IT-managers uit het bedrijfsleven en de publieke sector, aan de hand van een vijftal stellingen hun ervaringen en inzichten met betrekking tot de cloud met elkaar deelden. De rondetafeldiscussie werd geleid door Bart van der Linden, PhD Candidate Nyenrode Business University.

Nijenrode buiten

Kansen van de cloud

De computerkracht van vandaag de dag is heel erg groot, maar klein in oppervlakte en volume, waardoor het mogelijk wordt om er allerlei apparaten en producten mee uit te rusten en die via het internet met elkaar en de wereld te verbinden. Microsoft’s strategie in mobile-first en cloud-first is gericht op productiviteitsverbetering van mens en organisatie. In het geval van mobile-first gaat het om het effectief bereiken van jouw doelen door gebruik te maken van een grote verscheidenheid aan devices, zoals smartphones, Surface Pro 3 en Surface 3, notebooks, pc’s, tv’s en het Microsoft Media Platform. Maar ook met devices die op dit moment nog in ontwikkeling zijn en waarvan we ons wellicht nog niet eens een voorstelling kunnen maken, zoals de Hololens. Door inzet van cloud (cloud-first) gaat het om flexibiliteit, snelle beschikbaarheid en een efficiënt kostenmodel waarmee functies zoals de verwerkingskracht van data beschikbaar kunnen worden gesteld en nieuwe toepassingen kunnen worden ontwikkeld. De cloud van Microsoft bestaat uit meer dan tweehonderd kleine en grote services die in de datacenters van Microsoft draaien, zoals Office365, Dynamics en het cloud-platform Azure. Azure is enkele jaren geleden in de markt gezet en levert IT-services voor zowel Microsoft als derde partijen. De cloud en een onafhankelijk datacenter zijn nadrukkelijk niet het doel, zo stelt Van Vuuren, maar het middel. Belangrijke drivers van de cloud zijn het besparen van kosten, schaalvoordelen, een kortere time-to-market, schaalbaarheid, wereldwijd bereik, een hoogwaardige en betrouwbare dienstverlening met als doel het sneller ontwikkelen en innoveren van bedrijfsmodellen. Afgeleide kenmerken van cloud zijn betalen per gebruik, on demand, self-service en honderd procent beschikbaarheid. Vele bedrijven hebben al vol overtuiging en met succes voor de cloud gekozen. Zo heeft PostNL een 100%-cloudstrategie. Deze keuze is enerzijds ingegeven door kostenbesparing en efficiency en anderzijds door het streven naar flexibiliteit om sneller te kunnen innoveren. Heineken heeft een IT-platform in de cloud gecreëerd waarop ze al hun marketingcampagnes kunnen draaien. Op deze manier kunnen ze een eventuele exponentiële groei van hun campagnes altijd bedienen wanneer bijvoorbeeld content extreem goed wordt opgepakt via social media (virals). En misschien nog wel belangrijker, op deze manier houden ze de controle over alle data die ze via hun marketingcampagnes verzamelen. IT wordt in dit geval dus echt een enabler van innovatieve marketing. Andere bedrijven, zoals Gasunie en easyJet, zijn voor onderdelen naar de cloud overgegaan om hun bedrijfsprocessen te optimaliseren. En dan zijn er nog de voorbeelden van nieuwe businessmodellen die voortkomen uit toepassing van de cloud, zoals Airbnb, Uber, NestPick, NGSN en citizenM. 

De nieuwe businessmodellen die dankzij de cloud worden ontwikkeld, zijn vrijwel allemaal gestoeld op het ontsluiten, samenbrengen en analyseren van data om daar betekenisvolle informatie en waardevolle inzichten aan te ontlenen. Microsoft heeft speciaal met het oog hierop het Azure Data platform ontwikkeld. Op dit platform worden de gegevens van eigen databronnen, van databronnen uit de cloud of die bij derden worden ingekocht, en die via sensoren worden verzameld, samengebracht en via bijvoorbeeld machine learning of streaming analytics geanalyseerd. De uitkomsten zijn logische verbanden die in de vorm van een functie beschikbaar worden gesteld. Hiermee wordt het ook mogelijk om betrouwbare voorspellingen voor de toekomst te doen. Dit soort hoogwaardige analyses is alleen mogelijk door inzet van de cloud. Niet alleen doordat in de cloud verschillende databronnen samengebracht kunnen worden, maar ook omdat alleen de cloud die gigantische computerkracht biedt die hiervoor tijdelijk nodig is. En ook omdat met de cloud innovatieve toepassingen op basis van de nieuw verworven inzichten sneller zijn te ontwikkelen en uit te rollen. Publieke cloud-diensten zijn in principe over de hele wereld beschikbaar. Het gaat er dan ook vooral om dat je ze op een goede manier laat aansluiten op de infrastructuur die je in je eigen datacenter hebt draaien, op al dan niet private cloud-technologie waarvan je gebruik maakt of cloud-technologie van service providers. Het meest belangrijke is dat organisaties altijd zelf de keuze kunnen maken waar ze hun infrastructuur en data neer zetten. Dit kan het eigen datacenter zijn, de Microsoft-cloud of een andere publieke of private cloud van een cloud service provider. De meeste organisaties kiezen echter voor een combinatie hiervan, het zogenoemde hybride model, met koppelingen tussen alle omgevingen en workloads om één geïntegreerd en veilig netwerk te creëren. 

Rondetafeldiscussie

De deelnemende CIO’s, IT-managers en businessverantwoordelijken zijn zowel afkomstig uit het bedrijfsleven als uit de publieke sector en vertegenwoordigen onder meer (semi)publieke organisaties, IT-dienstverleners, hosting- en connectiviteitsproviders, lokale en nationale overheidsorganisaties, een online aanbieder van hotelovernachtingen, een logistieke speler en een partij die actief is in de financiële sector. De discussie wordt aan de hand van vijf stellingen gevoerd en geleid door Bart van der Linden van Nyenrode.

Round Table 3
  1. Cloud of mist?

De onderliggende vraag is of ´cloud´ een hype-term is of de realiteit waaraan je als organisatie niet kunt en moet willen ontkomen. Cloud wordt door de deelnemers in de eerste plaats gezien als technologie, als middel waarmee je zaken kunt automatiseren. Maar tegelijkertijd ook als dienst die met de publieke cloud hele grote vormen aanneemt. Om cloud geen mist te laten worden, wordt gesteld dat de verschillende onderdelen van het IT-landschap onderling goed verbonden moeten worden voor een optimale werking. Op die manier kun je keuzes maken waar je bepaalde workloads laat draaien en welke data je waar neerzet. Men vindt het daarbij belangrijk dat bedrijven en overheidsorganisaties transparant zijn richting klanten en burgers over wat er precies met de verzamelde gegevens gebeurt. Alle deelnemers beschouwen de cloud, zowel de private als de publieke cloud, als een veiliger en kosteneffectievere oplossing dan een dedicated infrastructuur. Desondanks zorgt regelgeving, bij met name publieke en semipublieke organisaties, er dikwijls voor dat niet kan worden overgegaan op de cloud. Deze regelgeving stamt nog uit de tijd dat de heersende gedachte was dat eigen datacenters beter te beveiligen zijn. Maar inmiddels ziet de wereld er totaal anders uit. Niet alleen wat betreft databeveiliging en dataprivacy, maar ook als het gaat om de toepassing van data. Waar vroeger data sharing tussen bijvoorbeeld ziekenhuizen vrijwel niet voorkwam, is dat nu aan de orde van de dag. Zo vraagt de analyse van röntgenfoto’s niet alleen enorm veel storage-capaciteit, maar ook specifieke expertise van specialisten die zich verspreid over de wereld bevinden. Alleen lokale infrastructuur is hierdoor gewoonweg niet meer toereikend. Voor dit soort privacygevoelige toepassingen kunnen rechtstreekse of private koppelingen tussen eigen infrastructuur en een private of publieke cloud letterlijk en figuurlijk helpen deze kloof te dichten. Zij bieden een betere beveiliging dan het reguliere internet.

  1. De IT-afdeling is de remmende factor

De meningen hierover zijn verdeeld, met, hoe kan het ook anders, aan de ene kant vertegenwoordigers van IT en aan de andere kant mensen uit de business. Duidelijk is dat IT wat terughoudender is als het om de cloud gaat dan mensen van de business. Deze laatsten zien vooral de mogelijkheden van nieuwe cloud-toepassingen en schaffen deze dan ook met groot gemak aan. Hierdoor ligt het risico op de loer dat er een wildgroei aan cloud-diensten ontstaat. De IT-afdeling daarentegen wordt geacht de cloud in te passen en te laten aansluiten op de bestaande infrastructuur, wat met het groter wordende aantal cloud-toepassingen alleen maar complexer wordt. Ook heeft IT een duidelijke beheerverantwoordelijkheid. Zij zijn het die de controle moeten houden over de talrijke cloud-diensten én over de data die hiermee gegenereerd worden. En ook dit kan een hele opgave zijn, als je alleen al bedenkt dat op 60 procent van de privé-smartphones bedrijfsdata staat. Iemand stelt dat IT’ers dan ook niet voor niets soms op de rem gaan staan. Waar beide ‘kampen’ het over eens zijn, is dat de migratie van de cloud een transitieproces is dat om een cultuurverandering vraagt, zowel aan IT- als businesszijde. Bedreigingen en kansen die men signaleert, zullen gedeeld moeten worden om over en weer begrip te kweken. Bijvoorbeeld als het gaat om schaalbaarheid, vendor lock-in en veiligheid. En om de cloud te laten slagen, zullen zowel business als IT het vooral als dienst moeten benaderen. Een dienst waarbij meerdere partijen elk een deel van de keten voor hun rekening nemen en met de bijbehorende controls en certificeringen. Alleen dan kan IT van remmende factor, de partij worden die het voortouw neemt als het gaat om het realiseren van businessinnovatie met behulp van de cloud.

  1. De grootte van de cloud wordt overschat

De opmerking wordt gemaakt dat de cloud nog altijd maar een relatief klein percentage uitmaakt van de gehele IT. Aan de andere kant van de tafel wordt gesteld dat de cloud sterk groeiende is en dat dat percentage steeds groter wordt afgaande op de haast oneindige mogelijkheden die het biedt om klanten beter te bedienen en nieuwe businessmodellen te ontwikkelen. Desondanks zijn de partijen het erover eens dat de adoptie van de cloud regelmatig groter wordt voorgespiegeld dan dat die in werkelijkheid is. Bij de overheid heerst bijvoorbeeld een vrij grote terughoudendheid. Naast security-overwegingen, spelen de vrees voor een vendor-lock-in, het ontbreken van concurrentie die de adoptie van de cloud aanjaagt, de trage besluitvorming, de aanwezigheid van legacy-systemen en de gedachte dat de overheid het vanwege zijn schaalgrootte zelf wel af kan handelen, hierin een rol.

  1. Kosten gaan bij de cloud boven value

Over de kosten van de cloud verschillen de deelnemers eveneens van mening. Ondanks beloftes als ‘betalen per gebruik’, ‘on demand’ en ‘schaalbaar’, gelooft een deel van de aanwezigen niet dat het er met de adoptie van de cloud goedkoper op wordt. Met als argument: ‘Ik heb al zoveel zaken de revue zien passeren waarvan werd gezegd dat het een kostenreductie op zou leveren, van standaardpakketten tot outsourcing, maar nog nooit is dat ook op die manier uitgekomen. In tegendeel zelfs.’ Daartegenin worden argumenten opgevoerd die een kostenreductie aannemelijk (moeten) maken, zoals ‘gecentraliseerd uitzetten’, ‘schaalgrootte’, ‘licenties per minuut’, ‘de operatie van datacenters is verregaand geoptimaliseerd’ en ‘besparen aan de onderkant om te kunnen investeren in de ontwikkeling van nieuwe toepassingen’. Vooral dit laatste argument vindt veel bijval onder de deelnemers. Zij vinden het beter om in plaats van naar de kosten, naar de baten of de toegevoegde waarde van de cloud te kijken. ‘Met de cloud kun je sneller schakelen en kan een hogere productiviteit worden gehaald, en ook een hogere analyse-intelligentie. De kwaliteit van je informatieverwerking neemt sterk toe en daarmee ook de output. De waarde hiervan is vele malen groter dan de kostenbesparing die je met de cloud kunt bewerkstelligen’. Of zoals een ander het verwoordt: ‘Voor nieuwe businessmodellen of een betere dienstverlening die met de cloud zijn gerealiseerd, wordt beter betaald’.

  1. De cloud betekent automatisch ook outsourcen

Ondanks het feit dat een private cloud ook in het eigen datacenter kan worden opgezet, zijn de aanwezigen het er over eens dat de adoptie van de cloud in ieder geval ook deels outsourcing impliceert naar een onafhankelijk datacenter. Ook hier komt weer terug dat het belangrijk is om als organisatie of IT-afdeling wel de controle te houden. Risico’s die voortkomen uit het feit dat men die controle niet heeft, zullen aan de kaak moeten worden gesteld en afgedekt met behulp van service level agreements en certificeringen. Het is volgens de deelnemers met name ‘de business’ die niet van de risico’s doordrongen is en die zich blindstaart op de functionaliteit. Andere outsourcings-partijen die een belangrijke rol vervullen bij de adoptie van de cloud zijn afgaande op de discussie de IT service providers en de connectivity providers. Zij kunnen helpen bij het ontwikkelen van nieuwe toepassingen en het realiseren van een hoogwaardig en betrouwbaar netwerk, om zo innovatie aan te jagen. Het begint met bewustwording over welke (software)partijen allemaal een stukje in de keten van de cloud doen. Vervolgens zal gekeken moeten worden hoe zij samenwerken, hoe zij de continuïteit waarborgen, hoe zij hun werkprocessen hebben ingericht, enzovoort. Maar voor alles zou Nederland meer moeten durven en groter moeten denken als het gaat om de cloud.

Conclusie

Nederland loopt nu nog achter als het gaat om de adoptie van de cloud. Het zijn vooralsnog de cloud-providers en cloud-dienstverleners die de vraag naar onafhankelijke datacentercapaciteit stuwen. De volgende stap is de adoptie door de enterprises en overheden. Dit bleek al uit het onderzoek van IDG Connect en de rondetafeldiscussie bevestigt dit beeld. Vrijwel iedereen ziet de enorme kansen die de cloud biedt. Zowel het bedrijfsleven als overheidsorganisaties en semipublieke instellingen denken er momenteel hard over na wat hun keuzes zijn, waar ze hun infrastructuur gaan neerzetten, met welke partijen ze gaan samenwerken, enzovoort. Wat dat betreft is de adoptie van de cloud een niet te stuiten proces. Maar waar de ene organisatie al volop gebruikmaakt van de cloud, blijft een ander nog wat achter. Opgevoerde redenen hiervoor zijn dat ze qua infrastructuur (legacy) of organisatie nog niet klaar zijn om naar de cloud te migreren of dat regelgeving of de bedrijfspolicy dit eenvoudigweg niet toelaat. Ook werden zorgen omtrent dataprivacy en informatiebeveiliging als reden genoemd. Uit de discussie viel eveneens op te maken dat de meeste organisaties die naar de cloud overstappen of dit overwegen, voor het hybride model kiezen, waarbij zij een deel van hun infrastructuur, workloads en data in een traditionele serverruimte of datacenter hebben staan en een deel in een publieke en/of private cloud-omgeving hebben draaien. De meesten zien de mate waarin de verschillende onderdelen met elkaar worden geïntegreerd en op elkaar afgestemd, als kritische succesfactor. Want alleen zo kan een hoogwaardige en betrouwbare IT-infrastructuur worden gecreëerd met volop mogelijkheden om innovatie te bewerkstelligen.