We worden een gereguleerde sector

Simon Besteman

Het zal niet iedereen opgevallen zijn, maar onze sector heeft een slechte zomer gehad. We groeien nog steeds hoor, en de zaken gaan goed, maar vanuit Brussel komt het ene hoofdpijndossier na het andere op ons af.

De nieuwe Copyright-directive, die gaat vragen om upload-filtering. Hoe moet dat worden geïmplementeerd? En wat wordt de rol van hosters in dit proces? En wat betekent deze ontwikke­ling voor ons zelfregulerend Notice-and-Takedown proces? Dit gaat nog een hele lastige worden de komende maanden.

Dan E-evidence. Een voorstel dat het mogelijk maakt aan opsporingsinstanties uit de hele EU om zonder tussenkomst van de landelijke (Nederlandse) autoriteiten data op te vragen en zelfs taps te plaatsen bij service providers van een ander land. Natuurlijk is iedereen het erover eens dat het huidige proces waarmee het tot 10 maanden kan duren voordat de politie van het ene land data krijgt dat in een ander land is opgeslagen verbeterd moet worden. Maar men gaat er wel heel gemakkelijk vanuit dat alle EU-landen dezelfde soort wetgeving hebben en allemaal even respectvol omgaan met de rechten van burgers.

Dat is niet het geval. Een Nederlands bedrijf gaat straks een bevel krijgen om data te overhandigen aan, bijvoorbeeld, de Hongaarse autoriteiten, zonder enige garantie dat het misdrijf dat onderzocht wordt ook in Nederland strafbaar is (belediging van de Hongaarse president?). Wij hebben daar moeite mee.

Maar het is verre van duidelijk of het ons nog lukt om een paar basisgaranties in de wetgeving te krijgen voordat deze aangenomen wordt.

Nog een? De cybersecurity-wetgeving die het Nederlandse parlement dit najaar moet goedkeuren, ook een rubber-stamp van een Brussels besluit. Onder de termen van deze wet krijgt een hoster straks welgeteld EEN uur om bepaalde content te verwijderen, op straffe van forse boetes. Hoe moet een kleine hoster hier in hemelsnaam aan voldoen? Niemand die het weet. Wordt ook niet over nagedacht.

Dit zijn een paar voorbeelden. Er komt meer aan.

De grote lijn van wat er gebeurt, is dat we in een overgangs­periode zitten. We waren lang een hele vrije, zelfregulerende industrie, waar weinig toezicht op was en die zelf de meeste dossiers wist aan te pakken. Niet altijd even succesvol, en sommige dossiers waren hardnekkig, maar in de grote lijnen is het ons gelukt om een sterke hostingindustrie op te bouwen die haar verantwoordelijkheden neemt en een positieve bijdrage aan de samenleving levert.

De EU ziet dit anders. We gaan een gereguleerde industrie worden, vergelijkbaar met de telecomsector. We gaan te maken krijgen met steeds strakkere richtlijnen, die bepalen wat we wel en niet mogen doen en hoe we het mogen doen. En er is niet heel veel dat we hieraan kunnen veranderen.

Onze eigen lobbyactiviteiten richten zich voornamelijk op

Den Haag. Daar hebben we goede contacten met ministeries en kamerleden. Het probleem is dat we eigenlijk al te laat zijn als een voorstel in Den Haag aankomt. De besluiten worden in Brussel genomen. Willen we invloed hebben op wat er besloten wordt, moeten we een stap eerder aanwezig zijn. We hebben met bijvoorbeeld CISPE, de Europese vereniging, wel wat toegang daar, maar een echte lobby in Brussel kost gewoon heel veel geld.

Zijn wij bereid om net als andere, meer volwassen sectoren, in de buidel te tasten om een sterke lobby in Brussel op te zetten? Dat is de discussie die we de komende maanden zullen moeten voeren. Als we het niet doen zullen we vrees ik de komende jaren vaker slecht nieuws vanuit de Europese hoofdstad krijgen.

Simon Besteman is directeur van ISPConnect

Dossiers