Tijd om de touwtjes aan te trekken

Peter 2015 kl_410x615

In de afgelopen tien jaar is het cloudgebruik vooral via de randen van de organisatie binnengekomen. Steeds meer bedrijven hebben experimenten met de cloud de vrije hand gegeven. En dankzij een grote hoeveelheid Proof-of-Concepts heeft het cloudgebruik tot meerdere implementaties binnen vrijwel iedere organisatie geleid. De vraag is: hoe verder? Het cloudgebruik krijgt een kritische massa en wordt steeds belangrijker voor steeds meer workloads. Een bimodal of multi-speed aanpak zouden nu wel eens een grote hindernis op kunnen gaan werpen. Terug naar de basis?

Bedrijven moeten blijven experimenteren met nieuwe technologie en op zoek gaan naar nieuwe toepassingen daarvan. Maar de cloud valt zo langzamerhand niet meer in deze categorie. De cloud ontwikkelt zich tot een cruciale nutsvoorziening (welke nutsvoorziening is eigenlijk niet cruciaal?), waar meer en minder bedrijfskritieke en meer en minder onderscheidende workloads volop gebruik van maken. Natuurlijk zien we daarbij geen one-size-fits-all. Wat dat betreft, voldoet de cloud toch net weer even wat minder aan de kenmerken van een nutsvoorziening. Maar omdat er vaak per workload bepaald is welke cloud daar het beste bij zou passen, of welke op dat moment het beste uitkwam, zien we dat er nogal wat wildgroei is ontstaan. Veel organisaties zijn een multicloud omgeving in gestruikeld. Maar ze zijn meestal niet in staat om over clouds heen te monitoren, of om die multicloud als geheel te beveiligen of te beheren.

Nu organisaties voorbij het point-of-no-return zijn wat cloudgebruik betreft, gaan ze steeds actiever de cloud de mainstream intrekken. De schaal en daarmee het belang van de cloud neemt zo toe. En dan wordt het cruciaal om grip te houden of krijgen op de cloud. Het is tijd geworden om de touwtjes in de cloud stevig aan te trekken. Dat wordt nog versterkt door wet- en regelgeving zoals de AVG. Door de AVG zijn organisaties noodgedwongen beter na gaan denken over wat er eigenlijk met welke data mag of moet. Wat mag er in een publieke cloud, wat hebben we liever in (managed) private cloud en wat kan er in een hybride cloud? En hoe houden we zicht op waar gevoelige data is en wat er mee gebeurt? En dan hebben we nog te maken met traditionele hygiënefactoren als beveiliging en beheersbaarheid.

Bij het vergroten van de schaal van het cloudgebruik, nemen niet alleen de uitdagingen rond beheersbaarheid en beveiliging toe. Veel organisaties gaan op zoek naar hybride cloudomgevingen. De on-premises infrastructuur verandert gaandeweg in een private cloudomgeving die gekoppeld moet worden aan publieke clouds voor de nodige flexibiliteit. Maar om hier een volwaardige hybride cloudomgeving van te maken, vereist ook behoorlijke investeringen. En zodra het laaghangend fruit naar de cloud is gebracht, krijgen organisaties bovendien te maken met applicaties die niet een-twee-drie gereed zijn voor de cloud. Steeds meer organisaties zien de voordelen van de cloud in de strijd met haperende legacy-applicaties. Maar het kost veel tijd en moeite om deze toepassingen zover te krijgen dat ze in de cloud gehesen kunnen worden.

Nu bedrijven de cloud meer dan serieus nemen, ontwikkelen organisaties een centrale cloudstrategie en proberen die weer van bovenaf vorm te geven. Dit markeert een nieuw stadium in de volwassenwording van de cloud. De tijd van het grote experimenteren is voorbij. Het is tijd om te organiseren, zodat de cloud op grote schaal kan worden geïmplementeerd zonder dat we de controle kwijtraken. Met een goed georganiseerde cloud, kunnen we dan zowel bedrijfskritieke workloads draaien, als experimenteren met een nieuwe generatie van technologische toepassingen. Trek die touwtjes dus maar aan!

Peter Vermeulen is Directeur bij Pb7 Research