De landlords van indoorcoverage

jan-van-alphen_6476

Als branchevereniging maakt BTG zich sterk voor de belangen van een groot aantal leden dat zichzelf mag betittelen als zogenaamde ‘landlords’. Een niet ingevoerde op dit thema zal in eerste instantie wellicht denken dat dit landeigenaren of grootgrondbezitters zijn, dan wel een vage adellijke titulatuur. Dit is echter geen correcte veronderstelling, maar van een zekere noblesse oblige is zeker sprake als je jezelf verdiept in de complexe verplichtingen en verantwoordelijkheden die deze landlords dragen in het kader van de gebouwen of gebouwcomplexen en terreinen waarvan men eigenaar of beheerder is.

Veel BTG-leden uit het groot zakelijke segment zijn verantwoordelijk voor Nutsvoorzieningen in hun werkomgevingen, dit vaak in combinatie met de verantwoordelijkheid voor een goed en volledig werkende ICT-infrastructuur, waarvan de mobiele netwerkvoorzieningen en -systemen tevens onderdeel uitmaken.

Op dit terrein is er in de laatste jaren sprake van een sterk toenemende complexiteit. Veel BTG-leden beschikken over uitgebreide vaste en WiFi netwerken, maar dienen er ook voor te zorgen dat GSM, UMTS, LTE en over niet al te lange termijn ook 5G in de gebouwen goed functioneren. Hiervoor realiseert men vaak een Distributed Antenna System (DAS). De borging van de benodigde beschikbaarheid, bereikbaarheid, redundantie, veiligheid en capaciteit vergen in dit verband veel creativiteit en denkwerk van onze landlords. Een groot aantal van hen dient daarnaast portofonie, DECT, C2000 en oproepsystemen aan te bieden om de mobiele communicatie in hun gebouwen te faciliteren. Dit complexe spel van de vertaling van deze requirements in een integrale infrastructuur is nodig, omdat de frequentiebanden waarvan deze systemen en technieken gebruik maken in elkaars verlengde kunnen liggen. Hierdoor ontstaat een grote kans op interferentie, waardoor een nauwkeurige radioplanning een vereiste is geworden. Daarnaast moet men ook voldoen aan verschillende (wettelijke) normen en eisen om de benodigde infrastructuren aan te leggen of te beheren, van NEN2575, 7510 tot ook soms medische ISO-certificeringen indien men in de zorg werkzaam is.

De te realiseren en te beheren infrastructuren zijn tevens erg kostbaar en leiden tot aanzienlijke structurele investeringen en beheercomplexiteit. Deze zaken vormen onvermijdelijke randvoorwaarden voor de borging van de bedrijfsvoering en de primaire mobiele communicatieprocessen. Dit geldt zeker als mobiele communicatie bedrijfskritiek is, dus wanneer hiervan mensen sterk afhankelijk zijn, zoals bijvoorbeeld in de zorg, lucht- en scheepsvaart en het treinverkeer. Om deze redenen bundelen onze leden zich in diverse expertgroepen, waaronder Kritische Mobiele Breedband Gebruikers en indoordekking. In deze kennis netwerkgroepen werkt men gezamenlijk aan de uitwerking van deze complexe thema’s.

Gelukkig onderkent ook de overheid naast de economische ook de toenemende maatschappelijke noodzaak om deze vormen van mobiele communicatie te borgen in Nederland en daarbuiten. Hiervoor heeft het ministerie van Economische Zaken onder andere randvoorwaarden benoemd in de nieuwe nota Frequentiebeleid 2016 en conceptnota Mobiele Communicatie 2017, waarvan zojuist de marktconsultatie is afgerond.

BTG zet zich sterk in om namens haar leden deze zaken te adresseren en overigens met enig succes, want ook gezamenlijk met de markt - waaronder de MNO’s - wordt nu dialoog gevoerd over standaarden waarmee alle stakeholders uit de voeten kunnen. Van afnemer, markt tot overheid vormt dit een aanzienlijke winst.

Voor de zakelijke afnemers leidt dit vooral tot enige vereenvoudiging in de complexe uitdagingen die men heeft bij indoornetwerken en mobiele communicatie, want in veel sectoren kunnen de vaak aanzienlijke kosten maar één keer worden uitgegeven.

Jan van Alphen, Voorzitter BTG