Huawei zet vol in op NB-IoT

Huawei zet fors in op Internet of Things en Smart Cities. Het concern is al vele jaren actief met netwerkapparatuur voor telco’s, maar zet nu meer en meer in op de applicaties die data door deze infrastructuur sturen. Internet of Things-projecten spelen hierbij een hoofdrol. Het concern heeft hier nu een aantal troeven voor bij elkaar gebracht: het in eigen beheer ontwikkelde LiteOS besturingssysteem, de Boudica-processoren en een programma dat developers en partners ondersteunt bij het ontwikkelen van nieuwe IoT-applicaties.

Internet of Things en Smart Cities. Het zijn twee fenomenen die continu in de aandacht staan, maar die tegelijkertijd vaak redelijk abstract blijven. Het zijn bovendien niet zozeer IT-onderwerpen als wel business-thema’s. Toch zien we dat de technische infrastructuur vaak redelijk gemakkelijk ontwikkeld kan worden, maar dat het vaak ontbreekt aan duidelijke ideeën over de vraag wat we dan precies met die infrastructuur gaan doen.

Infrastructuur-denken

Zo zien we dat veel Smart City-projecten blijven hangen in ‘infrastructuur-denken’. Ook veel Internet of Things-projecten worden vooral technisch ingestoken en komen daardoor niet of slechts moeizaam van de grond. Dat is opmerkelijk, aangezien veel van dit soort projecten wel degelijk belangrijke business-voordelen kunnen bieden. Een vliegveld dat door middel van iBeacons of andere sensoren een duidelijk beeld heeft van de loop van reizigers door het shopping-gedeelte kan daar commercieel veel voordeel van hebben. Hetzelfde geldt voor een stad met veel verkeersopstoppingen als gevolg van - bijvoorbeeld - een niet goed ontsloten havengebied. Het consequent meten van verkeersstromen maakt vaak duidelijk hoe dit soort problemen opgelost kunnen worden.

vincent-pang Huawei’s EMEA-topman Vincent Pang geeft uitleg over de ondersteuning die het concern gaat geven aan developers.

Toch lijkt het tot nu toe niet goed te lukken om technische faciliteiten (zeg maar: de netwerkinfrastructuur) en business-doelstellingen - bijvoorbeeld: meer omzet per reiziger of het terugdringen van files - met elkaar te verbinden. Het lijkt op een kip-en-ei-kwestie: er is een infrastructuur beschikbaar maar men weet niet zo goed welke applicaties daarvan gebruik moeten maken. In andere gevallen heeft men wel interessante ideeën voor applicaties, maar ontbreekt het aan een adequate infrastructuur.

Nieuwe aanpak

Huawei duikt nu in dit gat met een aanpak waarbij men nadrukkelijk beide thema's aan elkaar koppelt. Dat bleek tijdens Huawei Connect, een conferentie die het concern onlangs in Parijs organiseerde. Tijdens dit event werd volop aandacht besteed aan concepten als een ‘digital airport’, ‘smart school bus’ en ‘digital manufacturing’. In alle gevallen werden techniek en business nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. Neem bijvoorbeeld een digitaal vliegveld. Dit is uitgewerkt tot een concept waarbij alle denkbare activiteiten van het vliegveld zijn gedigitaliseerd. Zeg maar: van het bewaken van het asfalt van de conditie van de start- en landingsbanen tot de narrowcasting-terminals waarop reisinfo en commerciële boodschappen zijn te zien tot inzicht in de feitelijke reizigersbewegingen door de terminals. Al dit soort info wordt verzameld en kan op basis van analytics worden ingezet om het functioneren van het vliegveld verder te verbeteren.

Optimaal benutten

Huawei ontwikkelt zich meer en meer van een ‘pure play’ aanbieder van technologie voor het creëren van een netwerkinfrastructuur tot een partij die helpt om deze infra ook nog eens optimaal te benutten. Daartoe heeft het concern een aantal nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Allereerst gaat het dan om narrow-band IoT (NB-IoT). Dit is de netwerktechnologie die wat Huawei betreft de basis vormt voor veel IoT- en Smart City-projecten. Een cruciale vraag die bij ieder IoT-project beantwoord dient te worden is: hoe kunnen we de voor dit project relevante sensoren op een energie-efficiënte manier inzetten? Dat stelt eisen aan de connectiviteit (zeer kleine hoeveelheden data versturen) en de sensoren. Een belangrijke stap hierbij is de nieuwe Boudica-processor die Huawei via de overname van het Britse Neul in bezit heeft gekregen. Deze chip kent een zeer laag energieverbruik en kan daardoor jarenlang op een enkele batterij functioneren. Een belangrijk voordeel bij veel IoT- en Smart City-projecten.

Developers

Een tweede element in de aanpak van Huawei is LiteOS. Dit is een besturingssysteem van Huawei dat IoT-apparaten aanstuurt. Daarmee is LiteOS dus het platform waarop IoT-applicaties ‘draaien’. Wat die applicaties betreft kwam Huawei in Parijs met een belangrijke verrassing: het concern gaat de komende jaren fors investeren in de relatie met applicatieontwikkelaars. Dat is een interessante zet, aangezien veel aanbieders van infrastructuurtechnologie hier tot nu toe weinig aandacht aan besteden. Huawei ziet dit anders. Het bedrijf wil graag nauw samenwerken met developers om de applicaties te ontwikkelen die de eerder beschreven catch-22 kunnen doorbreken. Het zijn - naast een goed gedimensioneerde infrastructuur - immers de applicaties die in belangrijke mate het succes van een IoT- of Smart City-project bepalen.

Ecosysteem

Organiseerde Huawei al eerder een developer conference in Shanghai, nu heeft men een developer-programma ontwikkeld om ontwikkelaars van IoT- en Smart City-applicaties naar zich toe te trekken. Allereerst heeft men een investeringsprogramma aangekondigd voor het zogeheten ecosysteem van partners in deze markten. Hiervoor is een bedrag van 75 miljoen euro beschikbaar. Dit geld kan onder andere worden gebruikt om partners te ondersteunen bij het geschikt maken van applicaties of cloud services voor IoT- of Smart City-projecten.

lancering-lab-as-a-service Lancering tijdens de Huawei Connect-conferentie in Parijs van de Lab as a Service geheten ondersteuning van developers van IoT- en Smart City-applicaties.

Daarnaast wil Huawei graag developers ondersteunen. Hiertoe is een zogeheten Lab as a Service-programma ontwikkeld. Deze service maakt het ontwikkelaars mogelijk om gebruik te maken van Huawei’s datacenter-infrastructuur om applicaties te ontwikkelen en te testen.

Dit programma is weliswaar nog niet beschikbaar in Nederland, maar geeft wel een duidelijk signaal af over de richting waarin Huawei momenteel werkt. Tot voor kort richtte het concern zich vooral op de netwerkinfrastructuur. ‘Pipes’ noemde men dat. Inmiddels gaat men een stap verder en kijkt men vooral naar projecten die vallen onder de noemer ‘Pipes+’. Met andere woorden: veel aandacht voor de netwerkinfrastructuur, maar ook voor de applicaties die gebruik maken van deze infrastructuur.

Robbert Hoeffnagel