Cegeka versterkt cloudaanbod met nieuw datacenter

Cegeka_Data Centre_Geleen2

Binnenkort neemt Cegeka zijn gloednieuwe datacenter in Geleen in gebruik. Dit Tier 3 datacenter is gebouwd door het Nederlandse ICTroom en is momenteel het energiezuinigste van Nederland. Marco Witteveen, directeur Cegeka Nederland en Luc Greefs, Director Shared Technology & Infrastructure Delivery van Cegeka Groep vertellen over de impact van het nieuwe datacenter op de clouddiensten die Cegeka aanbiedt, het belang van de locatie van data naar aanleiding van het Safe Harbor-issue en hoe de private cloud een zeer goede oplossing is om ook bedrijfskritische zaken de voordelen van cloud te bieden.

“Er zijn altijd klanten die het belangrijk vinden waar hun data staan, zelfs als het om Nederland of om België gaat”, zegt Luc Greefs. “Maar we hebben nagenoeg geen extra vragen gekregen van onze klanten naar aanleiding van de Safe Harbor-kwestie - niet in België, niet in Nederland.” En daar is ook een verklaring voor. Marco Witteveen: “We hebben de ervaring dat klanten die zich zorgen maken over privacygevoelige data, die gegevens gewoonweg niet naar de publieke cloud brengen maar in eigen huis houden of naar een private cloud brengen. Dat geldt voor 95% van onze klanten. De Safe Harbor-kwestie sterkt bedrijven hooguit in de overtuiging om hun gevoelige zaken niet in de publieke cloud onder te brengen. Vandaar ook onze focus op hybride cloudoplossingen. De gevoelige zaken kunnen dan ondergebracht worden in een private cloud, terwijl de rest al naar gelang de behoefte naar een public cloud oplossing kan.”

Minieme betekenis

Aangezien de grote partijen (Microsoft, Google, Amazon) inmiddels hebben aangekondigd extra datacenters in Europa neer te zetten, zullen de commerciële consequenties van Safe Harbor beperkt zijn en hooguit voor een korte termijn. Luc Greefs: “Onze investering in het nieuwe datacenter is dan ook niet enkel gedaan om in te spelen op wet- en regelgeving. Die kan in korte tijd sterk veranderen, zoals de Safe Harbor-kwestie laat zien. Je moet daar dus geen businessmodel op baseren. Het zou ook een zeer wankel fundament zijn. Maar er is in Europa nu wel een zekere rechtsbasis: privacygevoelige gegevens mogen de EU-grens niet over. Dat kunnen we in elk geval garanderen en het geldt vanzelfsprekend ook voor zaken zoals back-up en uitwijk.”

Vertrouwen groeit

De grote terughoudendheid van bedrijven om gevoelige data in de publieke cloud op te slaan is terug te voeren op een bekend issue. Het ontbreekt vooralsnog aan vertrouwen dat deze gegevens bij een publieke cloudprovider echt in veilige handen zijn. Uit onderzoeken naar cloudgebruik vormt de zorg over privacy en datasecurity nog steeds de grootste barrière om naar de cloud te gaan. Het vertrouwen dat cloudaanbieders hun security op orde hebben moet dus groeien. En dat gebeurt ook. Het is vooral ook een psychologische kwestie. Bedrijven willen niet alleen goede lokale ondersteuning van hun provider, maar willen ook weten waar die provider hun gegevens laat, liefst in de buurt.

Marco Witteveen: “We hebben de ervaring dat klanten na een bezoek aan een van onze datacenters veel meer vertrouwen in de private cloud krijgen. Zij hebben dan zelf kunnen zien wat we allemaal doen in het datacenter, van toegangscontrole tot complete audits. We laten zien dat we onze zaken daar ook echt op orde hebben. Zo’n bezoek heeft een zeer belangrijke impact op wat de klant vindt van uitbesteding naar een datacenter: datacenters en private clouddiensten zijn core business voor Cegeka. De cloud wordt tastbaar voor de klant en dat wekt vertrouwen!”

Volwaardige Europese cloudinfrastructuur

Met de komst van het nieuwe datacenter in Geleen worden de resources, die Cegeka kan bieden, flink uitgebreid. Het is het tweede Tier 3 datacenter (750 kilowatt, 140 racks) naast het Belgische Hasselt, waar het hoofdkantoor van Cegeka is gevestigd. Beide zijn datacenters op enterprise-niveau en van zeer hoge kwaliteit met bijbehorende SLA’s. Luc Greefs: “Deze twee datacenters bieden een Europese cloudinfrastructuur aan. Onze datacenters in Veenendaal en Leuven zullen afgebouwd worden. De klanten van Cegeka kiezen al zo’n tien jaar voornamelijk voor een hybride oplossing: een combinatie van eigen IT-systemen en de Cegeka private cloud diensten. Wat veel minder voorkomt, is dat deze oplossingen worden doorgetrokken naar de public cloud. In de oplossingen die Cegeka uitwerkt voor zijn klanten, worden ook diensten uit de publieke cloud verwerkt. We vormen dan als het ware een toegangspoort (‘one stop shop’) naar de publieke cloud en naar andere providers van clouddiensten.”

Cegeka_Data Centre_Geleen1

Het datacenter is met een Power Usage Effectiveness (PUE) van 1,14 op dit moment het energiezuinigste van Nederland. Het energiezuinig maken van datacenters is een belangrijke trend wereldwijd. Luc Greefs: “Iedere aanbieder zorgt ervoor dat zijn datacenter zo energiezuinig mogelijk is. Dat moet ook wel om de operationele kosten zo laag mogelijk te houden en concurrerend te blijven. Maar anderzijds is er de druk vanuit de maatschappij om de impact op het milieu door datacenters te beperken.”

Optimale combinatie

Marco Witteveen: “De IT-wereld evolueert momenteel zeer sterk en over vijf jaar zal de IT-dienstverlening zeer sterk cloud-gekleurd zijn. Cegeka wil in die wereld een belangrijke Europese rol spelen. Ik verwacht dat cloud en infrastructure-as-a-service gemeengoed zullen worden. Onze focus ligt nu al zeer sterk op het aanbieden van totaaloplossingen, niet op het aanbieden van individuele bouwstenen. Klanten willen dat hun applicaties beschikbaar zijn: daar ligt de focus. Het gaat om oplossingen die beter aansluiten bij de vraag van de business, met meer mogelijkheden voor maatwerk om die business optimaal te kunnen ondersteunen. Dat neemt niet weg dat er altijd bedrijven nodig zullen zijn die IT-infrastructuren ook op enterprise-niveau kunnen beheren en ondersteunen. De situatie tot nu toe is dat het voor bedrijven met zware eigen IT-systemen, zoals ERP, niet mogelijk is om die in de publieke cloud te plaatsen. Vandaar dat er partijen nodig zijn die hier op inspelen met hybride cloudoplossingen. Daar ligt dan ook de ‘sweet spot’ voor ons.”

Van dichtbij blijven meemaken

De ambitie van Cegeka is het kunnen aanbieden van oplossingen met meerwaarde: dedicated, shared en public in een geïntegreerd pakket. Het bedrijf zorgt voor ‘the best of three worlds’, met voldoende schaalgrootte en het voor de klant volledig wegnemen van de complexiteit die met deze combinatie samenhangt. Daar ligt het zwaartepunt op oplossingen voor middelgrote bedrijven. Met deze benadering maakt Cegeka nu een forse Europese groei door en met de komst van het nieuwe datacenter is het bedrijf in staat om steeds meer producten en diensten aan te bieden die elkaar aanvullen. Dat levert nog een grote uitdaging op: hoe kan het bedrijf zijn motto ‘van dichtbij meemaken’ blijven waarmaken?

Marco Witteveen: “Met ons nieuwe datacenter hebben we weer meer mogelijkheden gekregen om diensten centraal aan te bieden. Toch kan je goede oplossingen - oplossingen die de business van de klant ook écht ondersteunen - alleen maar bieden als je ook dichtbij de klant staat. Onze sterke groei vereist dat we het bedrijf goed blijven structureren om dat te blijven doen. Dat doen we door onze klanten altijd met hetzelfde Cegeka-team, met dezelfde mensen, te bedienen. Zo wordt de relatie nooit onpersoonlijk en blijft de klant bij je. Big enough to cope and small enough to care!

Niet te dichtbij, maar ook niet te ver

De locatie van het nieuwe datacenter, namelijk Geleen, is zeer bewust gekozen. De afstand van het nieuwe datacenter mocht niet te klein zijn, maar ook niet te groot. Ze mogen niet te dicht bij elkaar liggen om te voorkomen dat in geval van een grote calamiteit beide centers worden getroffen. Maar ook niet te groot. Voor zijn private cloud diensten past Cegeka synchrone replicatie toe voor data: een datatransactie wordt pas als volledig beschouwd als die data zowel zijn weggeschreven in het ene datacenter, als in het andere datacenter. Als de afstand tussen beide datacenters groot is, dan duurt het langer voordat die data weggeschreven zijn, en dan wordt de gebruiker van de toepassing geconfronteerd met een trage toepassing. De afstand tussen beide datacenters (Hasselt en Geleen) is in vogelvlucht 40 km en levert geen noemenswaardige vertraging op. Dat zou echter anders zijn als het nieuwe datacenter bijvoorbeeld in Amsterdam zou zijn gevestigd. Op zichzelf is Amsterdam een goede plek gezien de internetverbindingen, maar de afstand tussen Amsterdam en Hasselt is te groot. Hemelsbreed is die afstand ongeveer 250 km. Maar de glasvezelverbindingen volgen geen rechte lijn, waardoor de werkelijke afstand die de data moeten afleggen veel groter is.