Van hyperconverged-aanbieder tot enterprise cloud-leverancier

Nutanix blijft in hoog tempo innoveren en steeds meer IT-professionals hebben daar oog voor. Dat althans mag geconcludeerd worden uit de onlangs door Nutanix georganiseerde .NEXT-gebruikersconferentie. Trok de eerste editie vorig jaar in Miami Beach al tegen de 1000 bezoekers, dit jaar gaven in Las Vegas maar liefst 2500 geïnteresseerden acte de présence – en die kwamen opnieuw niet voor niets!

Opgericht in 2009, brengt Nutanix sinds 2011 web-scale hyperconverged-oplossingen voor het enterprise-segment op de markt, waarin compute en storage zijn ondergebracht op één (software-defined) platform. Het is echter allang geen geheim meer dat de ambities van deze zeer snel groeiende IT-startup veel verder reiken dan dat. Nutanix bouwt gestaag aan een infrastructuurplatform voor het bedrijfsdatacenter dat iedere applicatie kan draaien en elke hypervisor en publieke cloud ondersteunt. Het wil zo het equivalent worden van public cloud-aanbieder AWS (Amazon Web Services), maar dan op gebied van de enterprise cloud.

next2016_02

‘Take the next step to the enterprise cloud’ luidde dan ook het passende motto dit jaar van de .NEXT 2016-gebruikersconferentie. Daarmee profileerde Nutanix zich voor het eerst zonder omhaal als leverancier van ‘enterprise cloud computing’. “We zijn begonnen als een hyperconverged-bedrijf, maar hebben ons sindsdien sterk ontwikkeld in de vaste overtuiging dat we voor de enterprise cloud hét platform kunnen worden voor alles wat zich onder de applicatielaag bevindt”, licht Prabu Rambadran, Director Product Marketing bij Nutanix, desgevraagd toe. We spreken hem naar aanleiding van een reeks nieuwe Nutanix-aankondigingen tijdens .NEXT in Las Vegas. “Daartoe hebben we het afgelopen jaar al diverse nieuwe producten ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld onze eigen Acropolis HyperVisor (AHV), en daar komen nu weer diverse nieuwe zaken bij”.

Nutanix’ journey

De basisfilosofie van Nutanix gaat terug op de web-scale technologie die voor het eerst werd toegepast in de datacenters van grote internetpartijen als Google, Facebook en YaHoo. Nutanix nam zich voor soortgelijke functionaliteit te ontwikkelen voor gewone bedrijven, van klein tot groot.

‘The journey to building the enterprise cloud’, zoals CMO Howard Ting tijdens de openingskeynote van .NEXT de ontwikkeling van zijn bedrijf aanduidt, begon allemaal met VCP, het Nutanix Virtual Compute Platform voor de levering van ‘enterprise grade’ reken- en opslagcapaciteit. Basisingrediënten waren commodity x86-servers (zogeheten nodes) met daarop een standaard hypervisor, zoals ESXi, Hyper-V of KVM, en het Nutanix Operating System (NOS). Op de hypervisor werd een CVM (Controller Virtual Machine) geïnstalleerd, die de I/O voor zijn rekening nam van de hypervisor en alle daaraan gelieerde VM’s. Nodes konden vervolgens worden samengevoegd tot clusters, aldus een gedistribueerd computing-platform creërend: het zogeheten NDFS (Nutanix Distributed File System).

Dit basisconcept werd vervolgens verder uitgebouwd. Het VCP werd vervangen door XCP, het Xtreme Computing Platform, met daarop (in plaats van het Nutanix Operating System) een softwarestack bestaande uit Acropolis, als zijnde de runtime-software, en Prism als de management-gebruikersinterface. Acropolis werd vervolgens uitgerust met drie fundamentele nieuwe bouwstenen: (1) AHV, de KVM-gebaseerde native Acropolis Hypervisor; (2) de App Mobility Fabric, een nieuwe open omgeving, gesitueerd bovenop de virtualisatielaag voor de uitrol, migratie en conversie van VM’s, waarmee applicaties verder los worden gemaakt van de onderliggende infrastructuur; en (3) de zogeheten Distributed Storage Fabric, die NDFS vervangt en de spanwijdte van het Nutanix-opslagsysteem verder vergroot.

Nieuw op .NEXT Las Vegas

next2016_01 Met de nieuwe reeks aankondigingen tijdens .NEXT te Las Vegas zet Nutanix nu de definitieve stap richting enterprise cloud-leverancier. De eerste set aankondigingen maakt duidelijk dat de groep applicaties die gebruik kan maken van het web-scale Nutanix-platform sterk wordt verbreed, aldus Rambadran. “Tot dit moment was Nutanix de ideale oplossing voor het runnen van gevirtualiseerde workloads. Wat we daaraan nu toevoegen is dat Nutanix ook gebruikt kan gaan worden voor zowel opkomende, moderne container-gebaseerde applicaties, als voor traditionele, ‘bare metal’ niet-gevirtualiseerde applicaties.”

ACS en ABS

Wat het eerste betreft doelt Rambadran op de nieuwe Acropolis Container Services (ACS). Daarmee kunnen gecontaineriseerde applicaties nu voorzien van zogeheten ‘persistente storage’ op het Nutanix-platform worden uitgerold. De meeste datacenterplatforms ontberen die mogelijkheid tot nu toe. DevOps-afdelingen worden daardoor gedwongen in plaats van containers visualisatie te gebruiken voor applicaties waarbij persistente opslag vereist is. Met Acropolis Container Services (ACS) is dat verleden tijd. “Bij veel applicaties is statefulness een buitengewoon belangrijk kenmerk”, legt Rambadran uit. “Dat geldt bijvoorbeeld voor de meeste bestaande bedrijfsapplicaties die nauw gekoppeld zijn met de data waarvan ze afhankelijk zijn. Kijk je naar moderne webscale-applicaties, dan is dat niet het geval. Die applicaties zijn stateless. Wat we met ACS in essentie doen, is de voordelen van container-gebaseerde technologie ter beschikking stellen aan stateful-applicaties, met behulp van ‘Persistente Portable Storage Volumes’ waaraan deze applicaties gekoppeld kunnen worden.”

Daarnaast kunnen met de nieuwe Acropolis Block Services (ABS) voortaan ook fysieke workloads gebruikmaken van het Nutanix-platform. De achterliggende gedachte is, zegt Rambadran, dat ondanks de huidige virtualiseringsgolf er nog genoeg traditionele applicaties overblijven (zoals bijvoorbeeld Oracle RAC en IBM DB2) die om redenen van performance of licentievoorwaarden voorlopig nog op ‘bare metal’-servers zullen blijven draaien. “Het komt erop neer dat ABS die niet-gevirtualiseerde applicaties voor hun storage-backplane koppelt aan de Nutanix Distributed Storage Fabric.”

Self-service

Een tweede belangrijke aankondiging overbrugt de kloof die in veel bedrijven is ontstaan tussen de line-of-business en ontwikkelafdelingen enerzijds en IT-beheer anderzijds. Een van de redenen waarom ontwikkelaars tegenwoordig bijvoorbeeld rechtstreeks naar de public cloud gaan, zegt Rambadran, is omdat ze daar de beschikking krijgen over self-service toegangsmogelijkheden naar resources waarop ze hun applicaties op elk gewenst moment kunnen uitrollen. Dus wat een enterprise cloud nodig heeft, is ook zo’n mogelijkheid. “Daarvoor lanceren we binnen Prism een nieuwe Self-service Portal. Daarmee kunnen ontwikkelaars met behulp van resources die hen door IT-beheer ter beschikking worden gesteld, op basis van hun eigen loginvoorziening op elk gewenst moment hun applicaties uitrollen. Dat biedt deze partijen on-premise nu dezelfde mate van automatisering als in de public cloud, terwijl IT-beheerders tegelijkertijd volledig zicht houden op de gebruikte infrastructuur.”

Network Visualization

next2016_03-300x187 ACS, ABS en de Self-service Portal ziet Rambadran als de belangrijkste functionaliteiten voor de uitbouw richting een heus enterprise cloud-platform. Toch had Nutanix nog beduidend meer te melden tijdens .NEXT. Zonder daarop hier verder in te gaan, een kleine opsomming:

Doordat het Nutanix Enterprise Cloud Platform alle belangrijke hypervisors ondersteunt en met een rijke set API’s is uitgerust, kan het gemakkelijk worden uitgebreid, stelt Rambadran. Daaraan worden nu (per direct) Nutanix Openstack-drivers toegevoegd. Verder heeft het in samenwerking met Microsoft integratie bewerkstelligd met het Microsoft Cloud Platform System (CPS). Daarmee wordt het mogelijk in het bedrijfsdatacenter een Azure-achtige hybride cloud-omgeving te creëren voor het draaien van allerlei, qua performance en beschikbaarheid veeleisende Microsoft-applicaties, zoals MS SQL Server, MS Exchange, MS SharePoint en MS Dynamics.

En dan komen er op gebied van Prism ook nog de nodige toevoegingen aan. Nieuwe What-if analysemogelijkheden bijvoorbeeld, waarmee datacentermanagers van te voren kunnen bekijken wat de impact is van voorgenomen veranderingen in de IT-infrastructuur. En (door de zaal met applaus begroet) de mogelijkheid om VMware ESXi rechtstreeks vanuit Prism te kunnen beheren. Maar wellicht voor veel IT-beheerders het spannends was de aankondiging van in Prism geïntegreerde Network Visualization. Daarmee kan bijvoorbeeld zichtbaar worden gemaakt hoe VM’s zowel fysiek als virtueel gekoppeld zijn met het netwerk en hoe adequaat die verbindingen functioneren. 

All-flash!

En dan tot slot: ook op hardwaregebied kwam Nutanix nog met een tweetal nieuwtjes. Allereerst zal de Intel Haswell-processor, die op dit moment nog standaard in een Nutanix-node zit, in nieuwe nodes worden vervangen door de Intel Broadwell-processor, die – naar men aangeeft – tot 30 procent minder energie verbruikt en een iets betere performance levert bij dezelfde kloksnelheid.

Het tweede nieuwtje betreft het all-flash front. Op dit moment kent Nutanix een aparte all-flash node (de NX 9000-serie). Binnenkort wordt het mogelijk om álle Nutanix-appliances in een configuratie met all-flash af te nemen. “Daarmee wil Nutanix een alternatief bieden voor de all-flash arrays van onder meer EMC, NetApp en Pure Storage”, zegt Rambadran.

De Acropolis Container Services (ACS) en Block Services (ABS) komen beschikbaar in de aankomende 4.7 release die nu (juli 2016) elk moment kan worden uitgebracht. Microsoft CPS on Nutanix komt in Q3 van dit jaar. Terwijl de nieuwe features voor Prism – de What-if analyse, het ESXi-management en de Network Visualization – staan gepland voor Q4 2016, het tijdvak waarin (volgens planning) de volgende major release van het Nutanix Enterprise Cloud Platform (Asterix) het levenslicht zal zien.

Dick Schievels