Blog Datacenter Practice: Rudi de Visser over 'Het ene groen is het andere niet'

Rudi-de-Visser

Groen is een veelgehoorde term in combinatie met datacenters. Steeds meer klanten selecteren hun datacenterleverancier op dat criterium. Maar groen kent verschillende gradaties. Het is goed om onderscheid te maken tussen groen en groen, want het ene groen is het andere niet.

Het belangrijkste criterium voor de milieuvriendelijkheid van een datacenter is de power usage effectiveness (pue). Dat getal geeft aan hoe efficiënt het datacenter met energie omgaat. Er wordt gekeken naar het totale energieverbruik, dat wordt vervolgens afgezet tegen de energie die wordt gebruikt door ingezette IT-apparatuur. De ideale pue is 1, want dat betekent dat alle energie die het datacenter gebruikt, opgaat aan IT-apparatuur. De meeste traditionele datacenters hebben een theoretische pue van 2 (oftewel de pue waarop het datacenter is ontworpen), hoewel een aantal leveranciers tegenwoordig al een theoretische pue van 1,2 heeft.

De pue van een datacenter is feitelijk een theoretische waarde die wordt gebaseerd op de initiële bouw en inrichting van het datacenter. Feitelijke metingen zijn momentopnames en afhankelijk van de bezettingsgraad van het datacenter. Als er weinig apparatuur staat, zal de pue erg hoog zijn, omdat energie en koeling moeten worden aangewend voor de gehele ruimte en maar voor een klein deel ten behoeve van de IT-apparatuur. Daarnaast is er een verschil tussen het contractuele vermogen voor IT-apparatuur en het daadwerkelijke vermogen. Het daadwerkelijke vermogen ligt veelal lager doordat niet alle apparatuur de hele tijd volledig gebruikt wordt. Meestal ligt het stroomverbruik van bijvoorbeeld een server op zo'n 30 procent van zijn totaal opgenomen elektrisch vermogen. Daardoor is de feitelijke pue vaak ook iets hoger dan de theoretische waarde.

Stroomverbruik kan worden geoptimaliseerd door bijvoorbeeld rekening te houden met de kleur van de dakbedekking. Zo heeft het Eurofiber Datacenter Utrecht bewust een lichte dakbedekking zodat er gebruik kan worden gemaakt van vrije koeling, hetgeen het energieverbruik weer ten goede komt. Ook door binnen zo efficiënt mogelijk met warmte en koeling om te gaan, bijvoorbeeld door het bouwen van cold corridors (afgesloten ruimtes waardoor de warme en koude luchtstromen worden gescheiden), bespaart men energie. Immers, als er geen of weinig koeling nodig is, scheelt dat in stroomverbruik. Op deze manier komt de feitelijke pue steeds dichterbij de optimale, theoretische waarde.

Groen betekent in mijn opinie dat je als datacenter-eigenaar zo efficiënt mogelijk met de energie omgaat, zodat de pue zo laag mogelijk is, wat enerzijds scheelt in de kosten en anderzijds beter is voor het milieu. Het is ook mogelijk om groene stroom, dus duurzaam opgewekte elektriciteit, in te kopen voor gebruik in het datacenter. En hoewel daar wat voor te zeggen valt, is dat niet het enige criterium voor een groen datacenter. Er kan dan wel groene stroom worden gebruikt, maar als de daadwerkelijk gemeten pue hoog is, is het datacenter alsnog belastend voor het milieu.

Bij de keuze voor een datacenter is groen dus absoluut een criterium, maar klanten doen er goed aan zich te verdiepen in de kenmerken van de marketingkreet die diverse leveranciers hanteren. Alleen zo kan een verantwoorde keuze worden gemaakt die kostenefficiënt en goed voor het milieu is.

Rudi de Visser is Business Consultant bij Eurofiber